ontvingen voor hun gevelde bomen ver beneden de marktwaarde lag. Onder de Nederlandse bevolking groeide de weerstand tegen de vele regels en beperkingen die de lange mobilisatie met zich meebracht. Ook bij de militairen trad mobilisatiemoeheid op. De opluchting was groot toen op 11 november 1918 aan het westelijk front de wapens zwegen. Eindelijk konden de manschappen naar huis. Om de demobilisatie beheerst te laten verlopen moesten alle kroegen in het hele land een week lang 's avonds hun deuren gesloten houden. De laatste militairen in Zierikzee vertrokken pas op 20 december 1918 vanaf het Luitje per schip naar Middelburg. Conclusie Binnen de verdediging van Zeeland nam het garnizoen van Zierikzee geen promi nente plaats in. Bij de legerleiding had de verdediging van de Westerschelde duide lijk prioriteit boven de Oosterschelde. Desondanks was de mobilisatie een belangrijke periode voor Zierikzee en Schouwen-Duiveland. Vanaf februari 1915 gold op het eiland de staat van beleg en die gaf de militaire autoriteiten verregaande bevoegd heden in het bestuur van het eiland. De wijze waarop het Militair Gezag te werk ging, leidde meermaals tot botsingen met burgers die vonden dat zij benadeeld werden. De ervaringen van het garnizoen in Zierikzee passen in het bredere beeld van de mobilisatie. Voor de soldaten waren het vier lange jaren waarin de verveling onvermijdelijk wel eens toesloeg. Daar tegenover staan de inspanningen van burgers en militairen om het verblijf van de landweermannen zo aangenaam mogelijk te maken, bijvoorbeeld door het organiseren van feestavonden en sportwedstrijden. Ook kwamen er voor de militairen allerlei nieuwe voorzieningen, zoals een hospi taal, een kazerne, een kantine en een Militair Tehuis. De betrekkelijke rust in Zierikzee werd tijdens de mobilisatie twee keer ruw verstoord: door de mijnexplosie in 1915 en de vergissingaanval in 1917. Deze incidenten onderstreepten hoe fragiel de Nederlandse neutraliteit kon zijn, en hoe gevaarlijk dichtbij de oorlog was Literatuur 53 Abbenhuis, M., The Art ofStaying Neutral. The Netherlands in the First World War, Amsterdam, 2006. Hamer, P., 'arm 4, een Arnemuider visser in oorlogstijd', in: Consent: over de oude zeilvaart op de Schelde, nr. 30, voorjaar 2014, 7-10. Hoeven, van der, A., Geschiedenis van de Mobilisatie te Zierikzee. Augustus 1914-November 1918, Zierikzee, 1925. Klinkert, W., 'Nederland mobiliseert', in: Thematijdschrift: Nederland en de Eerste Wereldoorlog, jr. 4. maart 2014, 16-21. Klinkert, W., 'Zeeland en Fall K. De Duitse aanvalsplannen tegen Nederland in de Eerste Wereldoorlog' in: De Grote Oorlog- kroniek 1914-1918, deel 18, 2009, 71-112. Lith, van, H.Plotseling een vreselijke knal. Bommen en mijnen treffen neutraal Nederland Zaltbommel, 2001. Lokker, J.P.J., 'De Grote Vlucht. Belgische vluchtelingen op Schouwen-Duiveland', in: Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland), 21, 1996, 57-70. Moeyes, R, Buiten Schot. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog 1914-1918, Amsterdam, 2005. Postma, C., 'Bommen op Zierikzee in 1917', in: Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen- Duiveland), 19, 1994, 69-82. Staarman, A., Verre van vredig. Nederland tijdens de Eerste Wereldoorlog, Delft, 2004. Uil, H., 'Gevluchte schippers uit Heist en Zeebrugge in Zierikzee', in: Consent: over de oude zeilvaart op de Schelde, nr. 30, voorjaar 2014, 2-6. Zwemer, J., Onrust en welvaart. Het platteland van de Zeeuwse eilanden in het tijdvak van de Eerste Wereldoorlog 1910-1922, Vlissingen, 2011.

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 55