dit gezin woonde in een van de huisjes op de Balie, die genummerd waren. In dit
geval huisje nummer 30. Kort tevoren, op 20 september 1917, overleed Carolina
Livina Willemkens, 66 jaar, geboren in Sint Anna ter Muiden. Ook zij was officieel
woonachtig in Heist en weduwe van Leonard de Cuijper. De laatste vluchtelinge,
die in Zierikzee stierf, was de 25-jarige Cesarine Marie de Graeve, echtgenote van
de visser Joseph René de Waele. Zij overleed op 13 november 1918. In de overlijdens
akte, opgemaakt door RD. de Vos, is vermeld dat de 'tegenwoordige woon- of
verblijfplaats' van haar ouders onbekend was. Het echtpaar woonde in een huisje
in de Zuidhoek. Ook deze huisjes waren genummerd, in dit geval nummer 7.
Omdat het Belgische leger, dat hardnekkig standhield in het zuidwestelijk deel van
het land, dringend behoefte had aan manschappen, kregen enkele jongemannen
een oproep om in militaire dienst te treden. In de laatste twee maanden van 1915
vertrokken Josephus van Dierendonck van de H 62 en de hiervoor genoemde Karei
Frans Ceijfs via Middelburg, Vlissingen en Engeland naar Frankrijk. Ook vertrok
eind 1915 Elsa Dejaeger-Dobbelaere met haar vierjarig zoontje via Engeland naar
Le Havre om zich bij haar man te voegen die ook in militaire dienst was. Een deel
van de vissers verhuisde in de loop van 1916 naar Engeland om daar hun beroep
uit te oefenen.
De oorlog kwam heel dichtbij toen Zierikzee in de nacht van zondag 29 op maandag
30 april 1917 werd opgeschrikt door een bomaanval. Naar achteraf bleek was het
een Engelse vliegenier die per abuis - hij waande zich boven Zeebrugge - zes
bommen uitwierp boven de stad. Drie personen kwamen om. De schade en de
schrik was groot. De nacht na het bombardement stonden Belgische vluchtelingen
bepakt en bezakt gereed op de Nieuwe Haven om te vertrekken. Zij wilden opnieuw
wegvluchten maar keerden weer terug toen bleek dat het zo'n vaart niet liep.
63
De noodwoningen aan 's Heer Lauwendorp, 1916 (gasd zg 0198)