toestand van achterstallig onderhoud. Er zaten scheuren in het metselwerk en de
westmuur moest zelfs met houten palen worden gestut. De oprijlaan werd gebruikt
om vee te weiden.
Een correspondent van de Nieuwe Rotterclamsche Courant uitte zijn zorgen over de
situatie: het kasteel was naar verluidt getaxeerd om te bezien of uit de opbrengsten
van de afbraak de bouw van een nieuwe arbeiderswoning voor de terreinbeheerder
kon worden bekostigd. Dit bericht werd door verschillende kranten en vakbladen
overgenomen en leidde tot de nodige ruchtbaarheid rond het vervallen gebouw,
wat ook de bedoeling van de briefschrijver was: de duinen bij Renesse werden
weinig door toeristen bezocht en 'de slechting van dit historische monument
heeft daardoor ook weinig ruchtbaarheid verkregen; toch vind ik de kwestie
belangrijk genoeg om langs dezen weg belangstellenden en belanghebbenden te
vragen: "Is daar niets aan te doen, dat dit slot behouden, zoo mogelijk gerestaureerd
wordt? We zijn in Nederland al zoo arm aan monumenten; moet ook dit weer
verdwijnen?'"3
Ook in het tijdschrift De Bouwwereld sprak in 1908 een observant zijn zorgen uit
over wat hij zag: 'Langs rekken met wapperende stukken waschgoed het gebouw
binnentredende, vindt men niets bijzonders. De torentrap kraakt verdacht, enkele
vertrekken worden benut tot het drogen van uien, of als bewaarplaats van een
ouderwetsch ledikant en van half vergane wapenschilden. Een stukje marmer hier,
een vuurplaat daar, herinneren aan
vroegeren rijkdom; overigens is
alles leeg, triest en desolaat.' Door
het verval kwam sloop als laatste
mogelijkheid steeds dichterbij,
meenden velen. Omdat er al zoveel
oude gebouwen van het eiland
waren verdwenen, zou het 'zeer
jammer wezen, indien ook dit
historisch monument vallen moest
of prijs werd gegeven aan wind en
weer'.4
Eigenaar Van der Lek de Clercq
werd ervan beschuldigd het verval
nog te hebben verergerd doordat
hij alle oude meubelen en familie
portretten uit het kasteel had weg
gehaald en verkocht. Hij reageerde
hierop door te stellen dat alles wat
verband hield met de historische of
kunsthistorische waarde, juist wel
in het kasteel was achtergebleven
en dat hij zich voor het behoud
ervan beijverde: hij verklaarde zich
bereid om het slot over te dragen
aan de Rijksoverheid op voorwaar
de dat die het zou restaureren.
Vernieuwing van de toren of
verbetering van de fundering, die
85
De zuidgevel met de nu verdwenen tuindeuren.
Foto A. Bolle, ca. 1910 (Beeldbank Zeeuwse Bibliotheek,
recordnr. 28845)