als eisen golden om het weer bewoonbaar te kunnen verklaren, waren dermate kostbaar dat hij zelf daartoe niet bij machte was. Wel kondigde hij aan dat hij herstelmaatregelen zou laten uitvoeren als die haalbaar bleken.5 Herstel kasteel Voor het genoemde herstel schakelde de eigenaar de architect Johan Hoogenboom uit Renesse in. Hoogenboom (1875-1943) had een grote belangstelling voor bouw geschiedenis en er zijn dan ook verschillende schetsen van zijn hand met aan tekeningen over oude gebouwen of onderdelen daarvan. Ook het Slot Moermond heeft hij grondig onderzocht voordat hij herstelplannen maakte. Hij woonde in het huis van de vroegere buitenplaats Grol, aan de rand van Renesse.6 Het herstel vond plaats in 1909 en 1910 onder zijn leiding. Hij zette in 1911 in een artikel in het vakblad Bouwkunst zijn werkzaamheden aan het slot uiteen en gaf daarbij aan dat het doel niet was om het te restaureren naar een vermoedelijke vorm uit het verleden. Daarentegen richtte hij zich op het 'in goed onderhouden toestand brengen met zoveel mogelik behoud van alle oorspronkeliks'. Hoogenboom vond dat 'men op de duurzaamste wijze voor het mooie van een gebouw zorgt niet door dat gebouw als een muzeumvoorwerp te behandelen, dus langzaam te laten vervallen, maar door het bruikbaar te onderhouden, dus te behouden'.7 Hoogenboom raakte hiermee de kern van het debat over monumentenzorg dat in die tijd hevig woedde. Vanaf de jaren zeventig van de negentiende eeuw was er in Nederland een restauratiepraktijk ontstaan die streefde naar reconstructie van oude 86 De westgevel langs de gracht na het herstel van 1910. Foto P.J. Ochtman (Collectie Gemeentearchief Schouwen-Duiveland (GASD O 0421)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2014 | | pagina 88