i w
die uit zijn onderzoek
kende. Daarmee is deze tuin
exemplarisch voor de ont
werpstijl van Springers
bureau in deze periode: de
oude, eclectische vormen
van de negentiende eeuw
maakten plaats voor een
strakkere, meer samen
hangende vormgeving die
gebruikmaakt van korte
assen, borders met vaste
planten en die in het ideale
geval ook een relatie met
het huis legt. Dat laatste
was op Moermond niet zo
sterk het geval. De stijl van
de tuin op Moermond zou
de Nieuwe Architectonische
Tuinstijl genoemd kunnen worden, een stijl waarvan Gerard Bleeker zich later in
zijn eigen ontwerppraktijk veel zou bedienen.
De aanleg van deze siertuin vond plaats tussen november 1911 en april 1912 door
een lokale aannemer. Het is niet bekend waar de beplanting voor deze tuin vandaan
kwam. Springer beschikte over een netwerk aan vaste leveranciers maar het kan
ook zijn dat het plantgoed uit regionale kwekerijen werd betrokken.16
Een van de lanen in het park werd met coniferen beplant. Verder werden enkele
bosvakken beplant met dennen. Een bassin dat nog dateerde uit de zeventiende of
achttiende eeuw werd vergraven tot een slingerende waterpartij met daaraan een
tuinhuisje. Dit kreeg het uiterlijk van een rustiek bouwwerk van ruwhouten takken
met gepleisterde wanden daartussen en een rieten dak. Het is echter geheel ver
vaardigd van cement. Dit is een in Zeeland zeldzaam voorbeeld van zogenoemde
cementrustiek, een techniek waarbij met cement ruwe takken, boomstammen en
rietbedekking worden nagebootst.17
In het park verrees in 1920 een zogenoemd theepaviljoen, gebouwd door de firma
Swaneveld en Bos uit Den Haag. 18 Tegenwoordig wordt dit de Orangerie genoemd
en doet het dienst als restaurant van het Landgoedhotel Moermond. De oorspronke
lijke indeling van dit paviljoen bestond uit een centrale hal met aan weerszijden een
mime kamer en aan de achterzijde van de hal enkele dienstvertrekken. Vanaf het
kasteel werd elektrische verlichting aangelegd langs de laan tot bij dit theepaviljoen.
Publiciteit
Niet alleen het verval en de dreigende teloorgang van het kasteel hadden landelijk
de aandacht getrokken, ook het erop volgende herstel haalde de kranten. Dat werd
nog versterkt doordat Vriesendorp van Renesse regelmatig groepen uitnodigde om
het kasteel en het park te komen bekijken. Nog tijdens de verbouwing nodigde hij
bijvoorbeeld de onderwijzersvereniging in het arrondissement Zierikzee uit om
na hun jaarvergadering het slot te komen bezichtigen. Toen hij met zijn gezin in
september 1916 voor enkele weken zijn intrek in het kasteel nam, werd hij daar
verwelkomd door het muziekgezelschap Luctor et Emergo!9
93
Het theepaviljoen, nu Orangerie genoemd.
Foto Johan D.C. Berrevoets, 1985 gasdZierikzee, kzn 1672)