Twintig dagen had de kleine bezetting het uitgehouden. Het zal er toen in het dorp
maar treurig hebben uitgezien. Doch Bommenede is weer opgekomen.
Na nog meer overstromingen en bedijkingen verloor de bevolking van Bommenede
tegen het eind van de zeventiende eeuw de moed en brak af wat nog van hun
behuizingen over was, om het materiaal elders voor nieuwe woningen te gebruiken.
In 1684-1685 ontruimden de laatste bewoners de plaats. Ze bouwden tegen de dijk
van Zonnemaire een nieuw dorp Bommenede. Deze dijk heeft de naam Dijk van
Bommenede gekregen. In 1701 kwam de herbedijking gereed van het grootste deel
van voormalig Bommenee. Deze polder werd Nieuw-Bommenede genoemd. Tot
1866 bleef het een afzonderlijke gemeente. Daarna werd het met Zonnemaire
verenigd. De kerk van het oude dorp bleef nog enige tijd in het water staan. In de
achttiende eeuw waren er nog slechts enkele puinhopen van over, tegen het midden
van de achttiende eeuw niet meer dan enige steenbrokken en fragmenten van de
fundering. Het oude dorp lag een 500 a 600 meter ten noorden van de noordoostelijke
punt van de Nieuw-Bommenedepolder. Er zijn twee afbeeldingen van het dorp
Bommenede, een uit het plaatwerk van Hogenberg van ongeveer 1580 en een uit
Speculum Zelandiae. De eerste Bommenee 1575) heeft een achtregelig onderschrift
over de bestorming van de plaats door de Spaanse troepen in 1575. Hierop is
een kruiskerk te zien met twee hoge spitse torens. Andere afbeeldingen van deze
bestorming zijn aan deze ontleend. De tweede afbeelding (Bommenee 1650), ont
leend aan Speculum Zelandiae, vertoont een heel andere kerk, met een peervormig
gedekte toren.
101
B O M .VI K/N" v >t_
^Ann* OSnf. m t>,
X. X XV- XXViHf Stftimi
Bommenee 1575