Op 31 augustus 1785 laat Barend Hocke de volgende voorwerpen zien: een tinnen doopbekken, twee zilveren bekers waarop de kerk en de toren van Bommenede en de letters P.B. zijn gegraveerd en een tafellaken dat gebruikt is bij het Heilig Avondmaal. Dit alles heeft de baljuw onder zich gehad zonder dat daar iemand iets van heeft geweten. Er wordt besloten deze voorwerpen in een gesloten kastje in de rechtkamer van Bommenede te plaatsen ten gebruike van de ambachtsheren. Deze rechtkamer maakte deel uit van het café Van Splunter op de Dijk van Bommenede. (Op deze plaats zijn enige jaren geleden woningen gebouwd.) Onderzoek naar de naam Pieter Bolle in de databank Zeeuwen Gezocht leverde alleen een Pieter Bolle op in Middelburg in 1593 en 1598. Maar in 1651, de datum die op de bekers staat vermeld, behoorde Bommenede niet tot Zeeland. Daarom is het begrijpelijk dat er geen Pieter Bolle kan worden gevonden in Zeeland. In de rekening van de heerlijkheid Bommenede van 1691 staat een opgave van de goederen die gevonden zijn in het sterfhuis van dominee Petrus Hertogh en aan de kerk van Bommenede toebehoorden: een kerkbijbel, twee zilveren bekers waarop de kerk van Bommenede is afgebeeld, een tinnen schotel, twee kleinere tinnen schotels, een tafellaken, een tinnen beker, een koperen blaker en een uurglas. Het gaat hier waarschijnlijk om dezelfde bekers. Tijdschrift Antiek van 1975 In dit tijdschrift, Bree J. de, Antiek, tiende jaargang nummer 5 (december 1974, pagina's 109-111) beschrijft J. de Bree de lotgevallen van de bekers als volgt: In 1682 werd Bommenee opnieuw getroffen en ging door een vloed ten onder. Smallegange vermeldt in zijn Kroniek van Zeeland, dat Bommenede altijd veel van de zee te lijden heeft gehad en ten slotte tijdens de watersnood van 26 januari 1682 door de woedende storm geheel werd verzwolgen. Alle huizen spoelden weg, maar de kerk bleef aanvankelijk nog gespaard. Deze stond echter rondom in het water en werd voortdurend door de golven gebeukt, zodat zij vijf dagen later eveneens toch nog verzonk. Bommenede was voor altijd van de kaart verdwenen, maar de Avondmaalsbekers uit de kerk bleven bewaard. Het waren er twee en waarschijnlijk hebben deze het gehele bezit aan kerk- zilver uitgemaakt. Wanneer wij een vergelijking treffen met zilver dat in andere kerken voorkomt, dan is het niet aannemelijk dat men in dit vissersdorp meer dan twee bekers heeft gehad. Zilveren kannen, schotels en doopbekkens kwamen hier in die tijd in de kerken nog niet voor. Van de verdere gang van zaken ten aanzien van de bekers is niets bekend, totdat zij in 1870 weer opdoken. In dat jaar werd te Middelburg, in de bovenzaal van het stadhuis, een tentoonstelling gehouden van 'Oud- en merkwaardigheden in de provincie Zeeland'. De catalogus van deze tentoonstelling vermeldde onder nummer 284 een inzending van K. Hocke Hogenboom te Zonnemaire, t.w. 'twee zilveren Avondmaals bekers, afkomstig van het dorp Oud-Bommenede (1651)'. Toen wij omstreeks 1963 een nader onderzoek naar de aanwezigheid van de bekers instelden was er echter geen spoor meer van te ontdekken. Noch mejuffrouw K. Hocke Hogenboom, noch mejuffrouw mr. Anne Bolle, toen beiden nog in leven, en die respectievelijk in relatie stonden tot genoemde Hocke Hogenboom en tot Pieter Bolle die de bekers in 1651 aan de kerk had geschonken, wisten waar zij gebleven waren. Wel wist mejuffrouw Bolle te vertellen dat ze verdwenen waren en dat het een rare zaak was, 'waarover in de familie nooit mocht worden gesproken'. (Opmerking: de naam Hoogenboom is in dit artikel driemaal verkeerd gespeld met één o in plaats van twee o's; zijn voorletter moet C. zijn, niet K.) 103

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 105