Verdere naspeuringen leverden evenmin resultaat. Niet zelden echter levert een onderzoek naar historische gegevens verrassingen op en dit was ook hier het geval, zij het twaalf jaar later. In het begin van 1975 waren wij in de gelegenheid het archief van de heer K. A. Citroen te Amsterdam te raadplegen, teneinde onze gegevens over Middelburgs zilver te vergelijken en zo mogelijk te completeren. Bij die gelegenheid troffen wij toevallig en tot onze grote verbazing, tussen diens gegevens over Middelburgs zilver een foto aan van een der bekers uit Bommenede. Het was in zoverre een toeval, omdat de foto feitelijk niet in de rubriek Middelburg thuis hoorde, daar op de bekers het stadskeur van Middelburg niet voorkomt en zij dus ook in een andere plaats zouden kunnen zijn gemaakt. De affiniteit met Zeeland, blijkende uit de gravure en het opschrift der bekers, was echter aanleiding geweest de foto in de rubriek Middelburg op te bergen. Door dit toeval werden wij bekend met de tegenwoordige verblijfplaats, want uit een aantekening op de foto bleek dat de bekers zich in de Walker Art Gallery te Liverpool bevinden. Hoe en wanneer zij daar terecht waren gekomen, waren vragen die om antwoord vroegen en daarom tot een uitgebreide correspondentie aanleiding gaven. De assistant-keeper of foreign art van de Gallery, Mr Martin Hopkinson, die zelf zeer geïnteresseerd is in de geschiedenis van deze bekers, verschafte ons interessante inlichtingen, maar op welke wijze en op welk tijdstip zij in Engeland zijn gekomen werd niet opgelost. De Walker Art Gallery ontleent zijn naam aan haar stichter Sir Andrew Barclay Walker, een telg uit een geslacht van bierbrouwers te Liverpool. Diens derde zoon, William Hall Walker, geboren in 1856 bekwaamde zich in allerlei soorten van sport, waaronder zeilen en jagen en toen hij 21 jaar oud was begon hij ook de paardensport te beoefenen. Dit overigens zeer tegen de zin van zijn vader, die een afschuw had van wedrennen en gokken. Succes bleef echter niet uit en in 13 jaar tijd won hij 127 races, terwijl hij zich ook ging toeleggen op het fokken van renpaarden en ponies, waarmede hij zich een grote faam heeft verworven. Hij introduceerde Galloway ponies in de races en was zelf ook jockey. Zijn naam is nog altijd een begrip in de paardensport. In 1919 werd hij in de adelstand verheven en heette voortaan Lord Wavertree. Uit dit artikel blijkt duidelijk dat deze bekers in 1870 behoorden aan C. Hocke Hoogenboom te Zonnemaire en dat dezelfde bekers nu in het bezit zijn van een Brits museum. Bezoek aan Liverpool loen ik in 2001 werkte aan het eerdergenoemde boek Verseput, Bericht van de genen bezocht ik samen met mijn neef Johannes Roelvink de Walker Art Gallery in Liverpool om de bekers te bekijken. Roelvink, inmiddels overleden, was de zoon van Krina Roelvink-Verseput en evenals ik achterkleinzoon van Cornelis Hocke Hoogenboom. We werden keurig ontvan gen door Mrs Pollard, de toenmalige conservatrice van het museum. Wij vroegen haar toen of we de bekers konden terugkopen, maar zij sloot die mogelijkheid resoluut uit. In het boven vermelde boek staan de bekers en Mrs Pollard afgebeeld op pagina 72, beschrij vingen van de bekers staan op pagina's 85 en 86. Mrs Pollard en bekers 104

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 106