moeten kosten, en of hij een manier weet om dat voor elkaar te krijgen. Ik meld hem ook dat ik overweeg eventueel replica's te laten maken en dat ik Aardewerk voor zijn adviezen wil betalen. Helaas kwam er geen reactie. Ook een tweede soortgelijke brief, gericht aan Ruben Aardewerk, gedateerd 7 januari 2012, leverde geen resultaat op. Huib Uil van het Gemeentearchief Schouwen-Duiveland gaf me een tip om de eigenaar van de zilver- en horlogehandel (De Rookende Moor) in de Korte Sint Janstraat te Zierikzee te benaderen. Deze hielp soms in het archief met deskundige hulp als die nodig was. Wat ik vooral wilde weten was hoeveel het maken van replica's zou kosten. Hij raadpleegde daartoe een hem bekende collega uit Schoonhoven. Na enige weken liet hij mij weten dat die collega replica's van de twee bekers zou kunnen maken voor in totaal 20 000 euro. Na dit bericht besloot ik om zelf een bod te doen op de bekers bij de Walker Art Gallery. Ik vond de prijs voor de replica's hoger dan ik bereid was te betalen. In uitzendingen van Tussen kunst en kitsch had ik wel eens zilveren bekers gezien die werden getaxeerd tot bedragen van minder dan 1000 euro. Het bod op de bekers Opnieuw klom ik in de pen, ditmaal op 7 maart 2012, voor een brief aan de Walker Gallery in Liverpool, waarin ik schreef dat ik de bekers terug wilde halen naar Schouwen-Duiveland en wel naar het Stadhuismuseum in Zierikzee en dat ik bereid was daarvoor vijfduizend pond sterling te betalen, een kleine zevenduizend euro. De brief belandt bij de directeur van de Walker Art Gallery, Mrs Sandra Penketh. Zij antwoordt op 9 mei dat er van verkoop geen sprake kan zijn. Dat is in Groot- Brittannië bij wet verboden, laat ze weten. Wel oppert ze de mogelijkheid dat het Bermweg 107

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 109