Stadhuismuseum de bekers voor langere tijd in bruikleen zou kunnen nemen,
indien het museum voldoet aan de veiligheids- en klimaateisen die de Walker Art
Gallery in dat geval zou stellen.
Communicatie met het Stadhuismuseum
Dit verheugende bericht van de Walker Art Gallery bracht ik middels een brief over
aan Peter Priester, conservator van het museum. In deze brief maakte ik melding
van het bestaan van de bekers. Ik gaf een samenvatting van de geschiedenis van
Bommenede en van de bekers. Het artikel in Antiek werd genoemd, met de betrok
kenheid van Cornelis Hocke Hoogenboom bij de bekers en hun huidige verblijfplaats
in Liverpool. Daarnaast wees ik op de brief van diens zoon Cornelis Johannes, waar
in werd geopperd dat diens zuster Pieternella de bekers mogelijk 'had vervreemd.
Ik vertelde Priester van mijn bezoek aan Liverpool en mijn wens om de bekers terug
te zien op Schouwen-Duiveland en verzocht hem om contact op te nemen met de
Walker Art Gallery met het doel om tot een bruikleenovereenkomst te komen.
Vervolgens had ik op 22 mei 2012 een prettig gesprek met Priester waarin ik de brief
nader toelichtte. Ik overhandigde kopieën van de e-mails die ik had gewisseld met het
Walkermuseum. Daarna bracht ik aan Sandra Penketh de reactie over van Peter
I riester, die zeer positief had gereageerd op het voorstel van een bruikleenover
eenkomst. Priester beloofde dat hij het Walkermuseum zou benaderen, maar hij
maakte enig voorbehoud over de termijn waarop dat zou gebeuren. Het museum was
bezig met een grote renovatie en het kostte tijd om de ruimte van de nieuwe vaste
tentoonstelling op orde te krijgen. Het afronden van de nieuwe inrichting en de juiste
afstelling van de technische installaties had prioriteit bij de leiding van het museum.
108
Pieternella Verseput-Hocke Hoogenboom met gezin