Na aflevering van zijn vracht moest hij de Geertruida naar Engeland varen. De beta
ling van de bemanning ging in per 6 september 1796 en zou worden voortgezet tot
de dag waarop het schip in Londen werd afgemeld. Het schip werd op dat moment
getaxeerd op een waarde van 3328 pond of ruim 40 000 gulden en een aantal
Nederlandse officieren stortte borg.
Op 13 oktober 1796 tekenden de Bataafse officieren die in krijgsgevangenschap
waren geraakt dat zij de afspraken zouden nakomen. De Britse generale staf liet
Lucas en zijn stafofficieren een document ondertekenen waarin zij verklaarden dat
de officieren, onderofficieren en manschappen die aan boord gingen van het kartel
schip Geertruida naar Holland zouden worden vervoerd en dat de bemanning van
de Geertruida na aankomst in de Republiek de tocht mocht voortzetten naar Groot-
Brittannië. Eind november gingen enkele honderden opvarenden van de Bataafse
marine aan boord van de transportschepen Geertruida en het voormalige voc-schip
Vrouw Maria dat het eskader van Lucas als vrachtschip naar de Kaap had bege
leid. Op beide schepen voer een aantal Nederlandse officieren mee om 'de orde te
bewaren'.
24
Het fluitschip Dordrecht ter hoogte van de Walevest door Martinus Schouman (1793) Regionaal Archief
Dordrecht 552-130057 (foto C. Emke)