38
In Lillo hadden de Duitsers een sterk zoeklicht bij de grens geplaatst. Dit werd elke
dag omstreeks vijf' uur aangezet en het brandde de gehele nacht. Tot in een wijde
omtrek was dit licht te zien. De volgende post waar Willem wacht moest lopen was
dicht bij het buurtschap Platsluis, op korte afstand gelegen ten zuiden van
Ossendrecht.7 Willem schrijft over deze wacht:
Dit was ook een gezellige wacht, daar men vlak bij de Belgische huisjes stond en er
zodoende nogal eens wat te zien was. Vlakbij het wachtlokaal woonde ook nog Hollandse
mensen, geheeten De Weduwe v.d. Zande, waar ik goed bevriend mee werd. En als ik
daar op wacht stond ging ik dikwijls daar een kopje koffie of thee drinken. Deze vrouw
had ook nog een dochter, Kaat geheten. Wij hielpen haar nog eens om een partij erwten
over de grens te brengen. Later ben ik er nog vaak geweest. Na deze wacht moest ik naar
de vierde wacht, genaamd het Douanekantoor, gelegen vlak aan de grens, aan de
straatweg die loopt van Bergen op Zoom naar Antwerpen en waarlangs ook de tram
loopt in de zelfde richting, die nu echter niet verder kan loopen dan de grens, daar de
Duitschers de lijn op Belgisch grondgebied hadden opgebroken.8
Op dit kantoor werd dan in vredestijd gevisiteerd en moest men natuurlijk voor de
aangeslagen goederen belasting betalen. Tijdens een patrouille in de buurt van
Putte maakte Willem 's nachts een angstig avontuur mee. Er werd die nacht op hem
geschoten vanaf een afstand van minder dan 10 meter door commiezen die zich
verdekt hadden opgesteld. De commiezen hadden hem voor een smokkelaar
gehouden. Afgezien van dit incident was Willem over de plaats Ossendrecht goed
Het wachthuisje aan de grens bij Putte. Volgens Willem was dit wacht nr.4. Het wachthuisje bevond
zich aan de rechterzijde van de draadafsluiting gezien vanuit de Belgische kant. In de draad bevond
zich een nauwe doorgang om passanten te kunnen controleren (collectie F. Meeus, Kapellen)