40 Willem maakte de terugtocht vanuit de Hoekse Waard die drie dagen duurde niet mee. Hij had recht op een aantal dagen verlof. Opvallend is zijn opmerking dat de mensen in de buurt van Strijen en Maasdam 'veel beter van inborst zijn dan in Brabant'. Grensbewaking bij Putte Willems onderdeel verbleef tot september van 1917 in de potaschfabriek te Bergen op Zoom. Van verveling was geen sprake omdat de manschappen die in deze kazerne gelegerd waren voortdurend werden beziggehouden: Veel marsen gehad in deze buurt. In september gingen we weer terug naar de grens, en wel naar Putte. Ik werd daar ingekwartierd in een herberg, genaamd De Rubens, de bewoners geheten, J.B. Cleiren, hetwelk beste mensen waren. We kregen daar altijd koffie en thee als wij van wacht terugkwamen. Putte is zelf een klein dorpje waar weinig moois te vinden is. Het is omgeven door talrijke bossen die zich uitstrekken tot Ossendrecht en Hoogerheide. Een groot deel van de bossen is nu gerooid wegens de brandstoffennood. Behalve de dagelijkse marsen was het wachtlopen de militaire activiteit die telkens uitgevoerd moest worden. Voor het onderdeel waartoe Willem behoorde waren er in Putte negen wachten: 8107 Putte (N. Bj De grens in 1914. „iMiP*"1"'1 F. Hoeleir. (SKof.'CSppdlcn Nederlandse militairen in de Antwerpsestraat in Putte bij bet begin van de oorlog in 1914. Op de voorgrond een berg zand op Belgisch grondgebied die herinnert aan de door de Duitsers opgebroken tramlijn die eertijds door deze straat liep. Later is aan de rechterzijde van de draadafsluiting een wachthuisje voor militairen gemaakt (collectie F. Meeus, Kapellen

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 42