...die ver van het dorp zelf, gelegen waren en wij dus altijd ver moesten lopen, vooral naar Wacht 7, gelegen bij Ossendrecht en naar wacht 9, gelegen bij Huijbergen. Alle wachten waren telefonisch verbonden met het Kantonnementsbureau te Putte, zodat wanneer er wat bijzonders opdeed op een der wachten, er direct een bericht ging naar Putte. Wacht 1 was een patrouillewacht, dus waar er geregeld patrouille werd gelopen langs de grens door 4 man tegelijk, 2 bij 2. Dat was natuurlijk plezieriger als de andere wachten, waar men 2 uur aan een stuk posten moest, en tevens kou lijden. Het liefst liep Willem een patrouille met enkele anderen. Voor zover dit mogelijk was bezocht hij meer dan eens de genoemde familie Van de Zande die bij Platsluis woonde om hier een kopje koffie te drinken. Regelmatig lag hij in deze buurt hele nachten met de wachtcommandant in de bossen om te waken tegen smokkelaars. En zo ging het van de ene wacht naar de andere. Meestal waren er weinig bijzon derheden. Wacht 6 lag op een grote hoogte, vanwaar men een mooi uitzicht had op Belgisch grondgebied en de toren van de Antwerpse Onze-Lieve-Vrouwe-kathedraal goed te zien was.11 Soms was er tijdens het wachtlopen sprake van een incident: Ook is er in die tijd op Wacht 5, de Spil genaamd, nog een smokkelaar doodgeschoten, een laaghartige daad natuurlijk, door sergeant Van der Hoeve uit Zierikzee, die nadien vlug luitenant is geworden omdat hij zo schitterde door zijn laaghartige streken. Ik heb een keer gezien dat deze Van der Hoeve op klaarlichte dag door vier soldaten zo werd afgeranseld dat hij daarvoor 14 dagen bij de dokter liep.12 Na veertien dagen in Putte te hebben doorgebracht ging de compagnie weer voor enkele weken naar Hoogerheide. Deze keer om loopgraven te maken. Willem werd met nog negen man ingekwartierd in herberg De Vrede. De eigenaar was L.P. Stuyts, die kleermaker van beroep was.13 Daarna ging de compagnie weer terug naar de standplaats Bergen op Zoom. Deze keer werd Willem gelegerd in het Markiezenhof. Over de legerplaats Bergen op Zoom was hij erg negatief: Zo gingen we iedere keer in een andere soldatengevangenis, zoals wij de kazernes noemden. Hier brachten we weer een maand door. Over Bergen op Zoom valt weinig moois te zeggen. Er zijn draineerbuizenfabrieken en ijzergieterijen. In de buurt van Bergen op Zoom staat het krankzinnigengesticht Vrederust. Nadat we hier weer een maand waren gebleven ging het praatje dat wij naar Roosendaal gingen. Het was waar en op een goede dag verlieten we Bergen op Zoom met zijn vuile spiritusfabrieken die men op een uur afstand kon ruiken en zijn vervelende bewoners, die de soldaten van het I4e Regiment Infanterie niet konden luchten of zien. Na eerst de vorige dag nog ruzie gemaakt te hebben in een van de kazernestraten gingen we op een goede dag 's morgens bepakt en bezakt op weg naar onze nieuwe standplaats Roosendaal. Waar wij zouden omwisselen met het 3e Regiment Infanterie. Die ze in Bergen op Zoom liever zagen. Op een warme dag in oktober vertrok het I4e Regiment Infanterie uit Bergen op Zoom. De mars van drie uur was die dag zwaar omdat de soldaten al hun dekens mee moesten nemen. Net na de middag rond twee uur kwam het regiment in Roosendaal aan. Willem werd met een vijftal anderen ingekwartierd bij familie Van Broekhoven. Hij had het hier niet naar zijn zin en hij schreef dat het een uitkomst was dat zijn verblijf daar maar drie weken duurde. 41

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 43