46
De Duitsers deden hier eind december 1915 een inval en meer dan vijftig mensen werden naar
Antwerpen afgevoerd. Bij deze razzia werd ook Marijn van de Zande uit het aangrenzende
Platsluis afgevoerd. Hij is niet teruggekeerd en is waarschijnlijk in gevangenschap overleden.
Willem spreekt in zijn aantekeningen over de weduwe Van de Zande. Het is vrijwel zeker dat
Marijn van de Zande haar echtgenoot was. (Mededeling Frans Meeus uit Kapellen. Zie ook Jansen, E.
Zuidwesthoek in Rep en Roer 1914-1918.
8 Het Douanekantoor stond tot in het begin van de jaren '60 aan de Lange Weg. De Belgisch en
Nederlandse douane zaten in een lage barak, op de grens van elkaar gescheiden door een houten
wand. Op die plaats stonden ook quarantainestallen waar het vee werd ondergebracht en dat pas
na grondige controle de grens mocht oversteken. Het stoomtramspoor liep van Antwerpen naar
Tholen over Ossendrecht en Bergen op Zoom. Het werd aangelegd en geëxploiteerd door een
Belgische maatschappij. Voor de aangeslagen goederen moest belasting worden betaald.
9 Potas is een restproduct dat ontstaat bij de fabricage van salpeter, een mengsel van zouten dat
hoofdzakelijk uit kaliumcarbonaat bestaat en wordt verkregen door verbranding van hout. Van
potas en vet werd vroeger onder meer zeep gemaakt.
10 Waarschijnlijk was hier sprake van schimmelmijt. Het is een bekend verschijnsel dat vlasstro of
vlasstrooisel vol kan zitten met schimmelmijten.
11 Willem is niet altijd nauwkeurig over de nummers van de verschillende wachten. Bij wacht
6 noteerde hij dat deze op een hoogte lag. Mogelijk is dit de Huzarenberg in de parktuin van het
kasteel bij Putte geweest. Een andere mogelijkheid is dat hij hiermee Den Hoogenberg bedoelde.
Deze ligt ten oosten van Putte, pal tegen de grens. (Mededeling Frans Meeus uit Kapellen).
12 De herberg van de familie Stuyts is enkele jaren geleden gesloten en heette op het laatst café
De Arend. Drie generaties Stuyts waren hiervan uitbater. (Mededeling Frans Meeus uit Kapellen).
13 Dit was Jacob van der Hoeven uit Zierikzee. Hij was de zoon van de arts Adrianus van der
Hoeven en Femina Adriana Kok. Dokter Van der Hoeven speelde als officier van gezondheid een
verdienstelijke rol in het garnizoen van Zierikzee tijdens de Eerste Wereldoorlog. (Mededeling
Huib Uil). Zie ook: Corstiaan Prince, Het garnizoen van Zierikzee tijdens de Eerste Wereldoorlog,
1914-1918, in: Kroniek van het land van de zeemeermin (Schouwen-Duiveland), 39° jaargang
(2014), p.39-55.
14 Dat de bevolking van Krabbendijke zich in meerderheid verwant voelde met de Anti-Revolutionaire
Partij moet worden betwijfeld. Nader onderzoek hiervan is onmogelijk omdat pas in 1917 het
algemeen kiesrecht voor mannen is ingevoerd (in 1919 voor vrouwen). Met de aanduiding 'A.R.'
voor de inwoners van Krabbendijke doelde Willem waarschijnlijk op de orthodox-gereformeerde
signatuur van dit dorp. De sgp is pas in 1918 opgericht.
15 Zijn schoonouders Cornelis van Klooster (geb. 26-8-1869) en Kaatje Dorreman (geb. 16-2-1868)
vierden op 4-11-1917 hun 25-jarig huwelijk.
16 Onderzoek wees uit dat deze inkwartiering bij H. Stefes op de Oprei Beestenmarkt geweest moet zijn.
17 De zgn. God van Walcheren is kolonel A.J. Gooszen, commandant van Walcheren. De oud-mitraillist
K. Ofman gaat nader in op de persoon van deze kolonel (op internet raadpleegbaar). Soldaat
Ofman maakte deel uit van de groep schutters van de nieuwe watergekoelde mitrailleurs. In 1917
werd deze groep van Zuidzande verplaatst naar Walcheren. Ofman: 'Vlissingen, Koudekerke en
Domburg werden onze standplaatsen en de God van Walcheren onze hoogste baas. Daar zou op
zich zelf al een boek over te schrijven zijn. Gelukkig verplaatste hij zich op een paard, waardoor
je hem vlug opmerkte. Dat was wel nodig gezien zijn houding tegenover zijn ondergeschikten.'
18 De torpedering van de stoomraderboot s.s. Koning-Regentes van de Stoomvaart Maatschappij
Zeeland op 6 juni 1918 door een Duitse onderzeeboot is altijd een merkwaardige zaak geweest. Het
schip voer in de afgesproken vrije vaargeul op de Noordzee en was herkenbaar als hospitaalschip.
De boot droeg de kleuren zoals die door de Duitse overheid waren voorgeschreven.
19 De Jong, Frank van Wezel's roemruchte jaren, p. 156. Frank van Wezel was in 1917 tijdelijk
ingekwartierd op een boerderij ten zuiden van Oudenbosch. De eerste nacht kon hij hier de
slaap niet vatten door het voortdurende gedonder van de kanonnen aan het westelijk front in
België. Adam Hochschild schrijft in zijn indrukwekkende boek over de grote oorlog 1914-1918
(p.334) dat in Piltdown aan de Engelse zuidkust (in de omgeving van Royal Tunbridge Wells) de
kanonnen in Vlaanderen onafgebroken te horen waren. Ook soldaat Marien Wandel noteerde in
zijn dagboekaantekeningen op 11, 12 en 30 april 1915 dat hij het kanongebulder van het Belgische
front in fort De Hel bij Willemstad duidelijk kon horen www.fortdehel.nl/historie