>§DENC£ft Tweesprong In 1917 ontvingen de aandeelhouders geheel onverwacht een uitnodiging voor een extra aandeelhoudersvergadering. De directie wilde de bank overbrengen naar Den Haag! 'De Insulaire staat thans op een tweesprong,' schreef het bestuur. 'De uitbreiding der bank maakt het langer onmogelijk, dat het beheer gevoerd wordt op een wijze welke in elk opzicht de richtige belangen der pandbriefhouders en dus ook van de aandeelhouders waarborgt, tenzij de directie naar elders verplaatst wordt; wordt zoodanige verplaatsing nu achterwege gelaten dan zal dat op den duur voor de soliditeit en de verdere bloei der Insulaire hoogst nadelige gevolgen met zich brengen.' Een wollige volzin, en geen sterke argumentatie! Vermoedelijk was de verhuizing vooral bedoeld om de reistijden voor de niet-eilandelijke commissarissen te bekorten. Zo'n reis duurde bijna een dag. Het tumult was groot. Voor een zetelverplaatsing was een aanpassing van de statuten nodig, en daarvoor had men een drie vijfde meerderheid van de stemmen nodig. Op dat moment woonde ruim 60 procent van de aandeelhouders nog in Zeeland. Toen het op stemming aankwam, werd het bestuursvoorstel dan ook (zij het nipt, met één stem) verworpen: de Insulaire bleef waar hij was. Mr. Jongeneel dien de een aantal maanden later zijn ontslag in. De (niet-eilandelijke) commissarissen De Mol van Otterlo en Van Buuren bedankten eveneens. Tot nieuwe directeur werd benoemd J.J. Cock, een 38-jarige kandidaat-notaris uit Haarlem. Met Cock haalde de Insulaire een energiek en ambitieus man in huis. Tijdens de Eerste Wereldoorlog had hij zich verdienstelijk gemaakt bij de opvang van Belgische vluchtelingen, waarvoor hij van koning Albert van België een eremedaille had gekregen. Ook was hij in het bezit van de wat schimmige onderscheiding Ridder in de Orde van Danilo I van Montenegro, voor de aanvaarding waarvan hij per Koninklijk Besluit toestemming had verkregen. In Zierikzee stortte hij zich volop in het publieke leven. Hij speelde cello in een kamermuziekgezelschap, richtte de vereniging Algemene Ontwikkeling op (die overigens geen lang leven was beschoren), participeerde in allerlei comités en kweekte reptielen en uilen, waarvan hij de jongen dan weer cadeau deed aan Artis, nadat hij wel eerst de pers deelgenoot had gemaakt van zijn vrijgevigheid. Vanaf 1918 werd het jaarverslag van de bank opgesierd met een logo: Eilanden Groep Zeeland - Zeelandiae Insulae. De Zeeuwse achtergrond was blijkbaar een nuttig verkoopinstrument. In wer kelijkheid was alleen de locatie van het hoofdkantoor nog Zeeuws. Na 1920 woonden meer aan deelhouders buiten de eilanden dan daarbinnen. De hypothecaire leningen werden in meerderheid verstrekt in de grote steden van Noord- en Zuid-Holland. De pand brieven werden verkocht via een netwerk van vertegenwoordigers, ook grotendeels buiten Zeeland. 51 schouwen) .•tveuNir JMOIE* sonderen

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 53