toeneemt dan in Schouwen-Duiveland, leidt dit niet tot afname van het aan tal Statenleden vanuit Schouwen-Duiveland: tot 1919 blijft dit aantal steeds zes. Dit betekent dat Schouwen-Duiveland relatief - afgezet op het aantal inwoners - het grootste aantal Statenleden heeft. Tot 1919 treedt iedere drie jaar op de eerste dinsdag van de maand juli de helft van de Statenleden af. In de regel worden de aftredenden weer herkozen. De verkiezingen worden steeds in mei gehouden; vanaf 1898 vinden de verkiezingen in de maand juni plaats. In 1853 stelt burgemeester M.C. de Crane zich na 26 jaar niet meer herkiesbaar. In de eerste ronde wordt alleen mr. J.F. Schuurbeque Boeije direct herkozen. Bij een herstemming worden verkozen mr. B.C. Cau, rechter en van 1854 tot 1872 burge meester van Zierikzee, en Jac. Hoogenboom Bzn., landbouwer aan de Kromme Reke te Renesse en vanaf 1854 burgemeester van Renesse, Noordwelle en Serooskerke. De afvallers in deze tweede ronde zijn de Zierikzeese advocaat mr. J.W.D. van Dongen en mr. W.J.P. Kroef, die daarmee na twaalf jaar afscheid moet nemen als Statenlid. Hij zal enkele maanden later overlijden. Kort na de reguliere verkiezingen van 1853 neemt H. Moolenburgh afscheid. Hij wordt opgevolgd door zijn zoon mr. J. Moolenburgh, die nog maar 25 jaar oud is. Deze haalt bij de herstemming op 29 juli 1853 210 stemmen tegen 153 stemmen voor advocaat mr. H.A. van Adrichem. Moolenburgh is op dat moment advocaat en notaris en wordt in datzelfde jaar burgemeester van Bommenede en Zonnemaire. In 1854 treedt jhr. W.D. de Jonge tussentijds af. Ook hij wordt opgevolgd door een familielid, zijn neef jhr. W.M.H. de Jonge, die meer stemmen behaalt dan tegenkandidaat mr. C.J. Fokker. 66 WÊÊKÊÊÊBÊÊÊKMU Mr. B.C. Cau (gasd nr. sp 0123) Mr.J. Moolenburgh (gasd nr. sp 0453)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 68