Slechts L. Becu (wd) en R. van Ommeren (sgp), in de jaren 1978-1982 de eerste SGP-gedeputeerde in de geschiedenis, blijven over. In 1987 worden de Statenver kiezingen een jaar later gehouden dan gebruikelijk, omdat het als bezwaarlijk wordt ervaren dat gemeenteraads- en Statenverkiezingen in hetzelfde jaar plaatsvinden. In dat jaar treedt de 32-jarige L. Nederhoed-Zijlstra uit Zierikzee aan als nieuw cda- Statenlid; zij is direct derde op de kandidatenlijst en wordt het eerste vrouwelijke Statenlid uit Schouwen-Duiveland. De zittende Statenleden Becu en Van Ommeren treden beiden terug. In hun plaats komen landbouwer J.M. Geluk te Noordgouwe (wd) en schooldirecteur G.R.J. van Heukelom te Nieuwerkerk (sgp). Geluk neemt in 1991 weer afscheid en zal in de periode 1998-2005 nog Tweede Kamerlid zijn. Nederhoed-Zijlstra en Van Heukelom maken beiden zestien jaar (tot 2003) deel uit van Provinciale Staten. Nederhoed-Zijlstra is gedeputeerde van 1991 tot 1995 en Van Heukelom zal na 2003 zelfs nog twaalf jaar gedeputeerde zijn. Vanaf 1991 hebben behalve Nederhoed-Zijlstra en Van Heukelom nog dertien inwoners van Schouwen-Duiveland deel uitgemaakt van de Staten van Zeeland. Daarbij is de inbreng vanuit de wd het grootst geweest, gevolgd door cda en sgp. De inbreng vanuit de PvdA is relatief beperkt en van korte duur geweest. Enkele conclusies Ook na de afschaffing van de stedenvertegenwoordiging blijven de Zierikzeese bestuurders de afvaardiging vanuit Schouwen-Duiveland domineren. Aanvankelijk betreft het vooral de adellijke en patriciërsfamilies. Ook het grote aantal juristen in Provinciale Staten is opvallend. Pas in 1851 verschijnen de eerste vermogende landbouwers, te beginnen met Job van der Have uit Ouwerkerk. Opvallend is het relatief grote aantal Statenleden uit Ellemeet en Ouwerkerk in de negentiende eeuw (beide drie) en uit Nieuwerkerk in de twintigste eeuw (zeven). Dit is temeer op vallend nu plaatsen als Brouwershaven, Dreischor en Bruinisse nagenoeg niet vertegenwoordigd zijn en Oosterland zelfs in het geheel niet. Bepaalde families zijn sterk vertegenwoordigd in Provinciale Staten. Dat geldt in de negentiende eeuw in het bijzonder voor de adellijke familie De Jonge. Vanaf 1814 zijn de broers jhr. mr. W.A. de Jonge en mr. M.J. de Jonge lange tijd gelijktijdig Statenlid. In later tijd zijn drie zoons van jhr. mr. W.A. de Jonge tegelijkertijd Statenlid: jhr. K.W. de Jonge voor de stedelijke stand, jhr. W.D. de Jonge voor de landelijke stand en jhr. B. de Jonge te Middelburg voor de adellijke stand. In de tweede helft van de negentiende eeuw zijn de neven jhr. W.M.H. de Jonge KWzn. en jhr. Johan Louis de Jonge WDzn. Statenlid. Ook de familie Moolenburgh is in drie generaties vertegenwoordigd met respectie velijk Hubrecht Moolenburgh in de jaren 1839-1852, diens zoon mr. Jacob Moolenburgh in de jaren 1853-1883 en kleinzoon mr. Hubrecht Cornelis Moolenburgh in de jaren 1905-1910. Cornelis van der Vliet, Statenlid in de periode 1862-1890, krijgt navol ging van zijn zoons Dingeman (1910-1916) en Jan (1916-1919). Ook van de families Van der Have (Ouwerkerk) en Fokker (Zierikzee) hebben twee generaties zitting. De gebroeders Marinus Bolle, burgemeester van Haamstede, en mr. Job Adriaan Bolle, notaris en advocaat te Renesse, zijn in de periode 1890-1901 gelijktijdig Statenlid. Aanvankelijk zijn de meeste Statenleden bij aantreden al op leeftijd. Vanaf 1850 treedt er opeens een opvallende verjonging op met het aantreden van de 37-jarige mr. J.F. Schuurbeque Boeije, in 1853 gevolgd door de 34-jarige mr. B.C. Cau en de 33-jarige Jac. Hoogenboom. Recordhouder is tot op de dag van vandaag mr. Jacob Moolenburgh, die in 1853 op 25-jarige leeftijd Statenlid wordt. Een jaar later treedt 79

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2015 | | pagina 81