Het Franse leger was in 1794 ons land binnengedrongen. Op 5 februari 1795 eiste
het comité met Jacob Rost van Tonningen, Daniël de Wit en Marinus Janse bij
burgemeester H.A. van Alphen van den Broeck de wapens van de schutterij terug
en ontheffing van de hun in 1787 opgelegde eed. De eisen werden ingewilligd en
in naam van Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap werd een nieuwe raad ingesteld
van veertien patriotten met Samuel Boeye als voorzitter. Zo ging de oranjezon
tijdelijk onder in Zierikzee. Pas in 1813 zou die weer gaan schijnen. In 1798 kwam
het tot een grondwet met een belastingwet, en onder meer een getrapt kiesstelsel,
waarmee een basis werd gelegd voor de democratie. Nadat Napoleon in 1804
keizer van Frankrijk werd, eiste hij steeds meer van de Republiek. Hij eiste een
eenhoofdig bewind, dat nauwe banden onderhield met Frankrijk. Zo werd
Schimmelpenninck de eerste raadpensionaris. Op 4 juni 1806 legde Schimmelpenninck
teleurgesteld zijn ambt neer waardoor een eind kwam aan de Bataafse Republiek,
die werd opgevolgd door het Koninkrijk Holland met Lodewijk Napoleon op de
troon. Die meende het goed met zijn onderdanen, maar dit was niet naar de zin van
zijn broer Napoleon, zodat op 9 juli 1810 bij het Decreet van Rambouillet het
Koninkrijk Holland werd ingelijfd bij Frankrijk.
Het is tegen deze achtergrond en in deze Fransgezinde sfeer dat loge De Ster in
't Oosten in 1800 werd opgericht.
Oprichting van loge De Ster in 't Oosten in 1800
Ten tijde van de Bataafse Republiek woonden in Zierikzee in 1800 zeven meester-
vrijmetselaars, die elders in de Koninklijke Kunst waren ingewijd. Zij wilden in
Zierikzee een loge stichten en richtten zich op 5 april 1800 in een door Jan Gerard
Blaauw geschreven verzoek tot stichting van een loge, tot de grootmeester nationaal,
Isaac van Teijlingen te 's-Gravenhage. Een paar dagen later reisde Paulus Ball naar
's-Gravenhage om dit verzoek te overhandigen.
Het bestuur van de Grootloge-Nationaal stemde in met het verzoek en deed op
27 mei 1800 een constitutiebrief uitgaan, waarmee een officiële loge gesticht kon
worden.
In 1798 bestond er echter al een loge in Zierikzee, namelijk de ambulante loge
L l nion Militaire. Wat was het geval? In 1798 lag de 42c halve Infanteriebrigade in
soldij bij de Republiek, in garnizoen te Zierikzee. Bij deze brigade behoorde deze
meereizende loge, waarvan verondersteld werd dat zij als een wettige en op regu
liere wijze opgerichte loge werkte. Zij beschikte echter slechts over een Franse
constitutiebrief, die door leden was aangevraagd in het jaar van de Republiek.
88
i C<r trrhuc-/
$0 CU
Detail uit brief aan Groot loge