Het bestuur van de grootloge ontving klachten over het werken van een illegale
loge in Zierikzee en wees de loge op haar status. Daarop reageerden de leden met
het verzoek om alsnog erkend te worden door de grootloge. Deze brief werd op
18 mei 1799 behandeld. Doordat de troepen reeds naar Italië vertrokken waren,
kon de loge pas in 1801 te Verona geïnstalleerd worden.
Verheugd waren de Zierikzeese vrijmetselaren met de instemming van de grootloge
dat een gekoesterde wens in vervulling zou gaan. In een comparitieloge van 3 juni
1800 bedankte Huijbrecht van Zouten Keetlaer voor de post van regerend meester,
(hierna afgekort tot reg.m.) en werd Paulus Hall in die functie gekozen. Op last van
grootmeester I. van Teijlingen werd een medehoofdbestuurslid, mr. A. van Doorn,
reg. m. van de loge L' Astre de 1'Orient te Vlissingen, aangewezen om tot installatie
over te gaan. De loge zou het nummer 29 en de kleur rood dragen. Deze plechtige
installatie moest plaatsvinden op donderdag 12 juni 1800. De reg. m. zou daarbij
vergezeld worden door een viertal leden onder wie zijn beide opzieners Keijl en
P. de Clijver. Het was de vraag waar de installatie plaats moest vinden. Om op die
vraag een antwoord te vinden werden de leden Paulus Ball en Jan Gerard Blaauw
er op 3 juni op uitgestuurd om een geschikte locatie in de stad te vinden. Zij be
keken een onbewoond huis in de huidige Poststraat 3, genummerd Clll, van
eigenaar Matthijs Meier. Het pand werd geschikt bevonden om er logevergaderingen
te houden en werd gehuurd voor 1 jaar 'met 1 jaar zigt'.
Op woensdag 11 juni arriveerden mr. Abraham van Doorn en zijn opzieners per
boot in Zierikzee, waar zij door een commissie van ontvangst werden opgehaald
89
Eerste vestiging in de huidige Poststraat 3