'DE ROECKELOOSTE VAN 'T GANSCHE EYLANT'
Willem Teellinck in zijn eerste gemeente: Haamstede en Burgh, 1606-1613
door Huib Uil
Inleiding
Maximiliaan Teellinck kon over het werk van zijn vader als predikant in zijn eerste
gemeente, Haamstede en Burgh op het Zeeuwse eiland Schouwen, een prachtig
getuigenis afleggen. Hij schreef dat bij de komst van Willem Teellinck 'de Inghesetene
van die plaetse voor sijn comste aldaer voor de roeckelooste van 't gantsch Eylant
ghekeurt wierden'.1 De eerste biograaf van Teellinck, W.J.M. Engelberts, die dit
citeert, geeft er een vertaling van: 'dat er een zeer losbandige geest onder hen
heerschte'. De laatste biograaf, W.J. op 't Hof, varieert 'roeckelooste' in 'lichtzinnigsten
van het hele eiland'. Beide biografen citeren ook de afloop van Teellincks werk op
Schouwen in de woorden van zijn zoon. Door het werk van Willem Teellinck
waren de inwoners van Haamstede (en Burgh) 'daer na de yverichste ende
Godsalichste sijn bevonden gheworden'. Engelberts had zo zijn twijfels: 'We zou
den kunnen vragen, of het
kinderlijk gevoel, en de liefde
voor den innig vromen vader,
den zoon hier ook met al te
sterke kleuren heeft doen
werken. Mocht dit zoo zijn,
nu, dan vergeven wij het
hem gaarne.' Engelberts had
reden om het citaat in twijfel
te trekken. Onder verwijzing
naar de acta van de Classis
Schouwen en Duiveland
waren er heel wat misstanden
tijdens Teellincks periode.
Engelberts noteerde bij die
gegevens dat 'de lofspraak
zijns zoons ietwat wonderlijk
afsteekt'. Op 't Hof echter wijst
op het feit dat Maximiliaan
zich beriep op de inwoners:
'Ghelijck de Prochianen ende
andere noch menichmaal
ghetuyghen'. Het bewijs van
de juistheid van de lof van
de zoon voor zijn vader toont
Op 't Hof aan op basis van
de attestaties die Teellinck in
1Ó13 meekreeg toen hij het
beroep van Middelburg had
aangenomen. De classis ver-
7
Willem Teellinck 1579-1629) collectie Gemeentearchief
Schouwen-Duiveland (gasd), tha 0267)