ken dat bij calamiteiten tijdens Ilckens afwezigheid provinciaal ingenieur Swaters
beschikbaar zou zijn. Dat het wel eens zou kunnen uitdraaien op een blijvend
vertrek van Ilcken uit Schouwen was duidelijk, en daar leek men niet rouwig om te
zijn. Het bestuur heeft gemeend een eventuele positieverbetering niet in de weg te
moeten staan,' schreef de notulist.
Ilcken vertrok samen met een Nederlandse landbouwkundige op 4 september naar
het oosten. Pas op 15 december meldde de hij zich weer bij het waterschap. Hij
vertelde spoedig opnieuw te zullen vertrekken. Hij hield nog een paar spreekbeurten,
onder andere in Zierikzee met als titel 'De zuidelijke Oekraïne en de Krim en hare
dienstmaking aan de groot-Germaanse levensruimte' en vertrok direct na de jaar
wisseling. Op 11 februari verscheen hij weer in het waterschapshuis waar hij een
opmerkelijk voorstel deed. Hij wilde voortaan twee dagen per week voor het
waterschap werken en de andere dagen in Den Haag. De notulen luidden: 'Het
bestuur heeft dat zodanig toegestaan dat voortdurend verlof is verleend tot eind
februari 1943.' Het stond er niet met zoveel woorden maar de betekenis was
duidelijk: niks parttime baan, de ingenieur moest kiezen.
Terug naar Schouwen
Maar teiwijl de discussie in Zierikzee nog gaande was werd het onoverwinnelijk
geachte zesde Duitse leger van generaal Paulus bij Stalingrad onder barre winterse
omstandigheden omsingeld en in de pan gehakt. Het Duits-Russische front bewoog
zich plotseling niet meer oostwaarts maar westwaarts. De plannen voor de koloni
satie van de Oostgebieden en de katoenteelt in de Krim verdwenen als sneeuw
voor de zon. 'Ik was reeds bezig de mogelijkheden van actie inzake de vestiging in
het Melotsnadal met de president (Rost van Tonningen) te bespreken, toen de
opmars van de Russen hieraan voorlopig een einde maakte. Wij zullen moeten
wachten tot dit gebied weer vrij is,' meldde drs. W. Goedhuys van het NOC aan
Ilcken. NOC-directeur D. Krantz schreef hem een brief met een minder positieve
strekking. Ilcken mocht niet meer reizen en de besprekingen met Baumwolle AG
moesten worden gestaakt. 'Tot mijn grote verbazing (blijkt) uw salaris van f 1000
per maand nog door te lopen hoewel u al uit de Krim bent teruggekeerd.' Er volgde
een gesprek tussen Ilcken en Krantz. Ilcken stelde dat hij werkte in opdracht van
Rost, en niet van Krantz. Rost had de doorbetaling toegezegd 'Wijl ik op 2 plaatsen
zou moeten wonen.' Krantz was niet onder de indruk. 'De heer Krantz lachte
wat meelijdend om me en meende dat ik dat voorlopig maar uit mijn hoofd moest
zetten en we blij mochten wezen als Duitsland Oekraïne voorlopig kon behouden.'
Toch was het vertrouwen van het echtpaar in het nationaalsocialisme ongebroken.
Aan stiefzoon Jan Willem aan het oostfront schreef Hilde: 'Men is (in Nederland)
anti-Duits en begrijpt steeds minder in wat voor beslissende en grootse tijden wij
leven en wat onze plicht als revolutionaire voorgangers is. Want we hebben een
plicht, het is maar al te makkelijk om steeds met gekruiste armen te zeggen: De
Führer lost het wel op.'
Intussen had Ilcken weer een ander plan. Hij had in Oekraïne een nieuw type
windmolen gezien van Russisch ontwerp. Waren er geen Nederlandse bedrijven
geïnteresseerd om die te gaan produceren? Hij benaderde daarvoor de machine
fabrieken Figee, Jaffa, Kloos, Braat, Heerema en Landustrie. Overal kreeg hij nul op
het rekest. Verder had hij langs de oever van de Dnjepr grote biezenvelden gezien.
Konden die biezen niet als grondstof dienen voor cellulose, vroeg hij aan de
Algemene Kunstzijde Unie AKU. Ook hier kreeg hij een beleefd maar afwijzend
99