Splitsing van bedrijven
Toch komt er in 1948 een einde aan de firma. De vier firmanten besluiten het bedrijf
op te splitsen. Aanleiding daarvoor is het onoverbrugbaar grote verschil in inzichten
over de bedrijfsvoering en ambities van de vier broers.
Na rijp beraad wordt de firma van de gebroeders in twee fasen opgesplitst in vier
nieuwe bedrijven:
1. Van Oord Werkendam van de tak Jan Jasper, firmanten zijn de zoons Goof, Jaap
en Kees.
2. Van Oord Laantje van de tak Marius, firmanten zijn de zoons Goof en Reng.
Aanvankelijk blijft deze tak nog bij Van Oord Werkendam, maar splitst zich in
1954 als zelfstandige onderneming af.
3. Van Oord Utrecht van de tak Jacobus Gerrit, met als firmanten Jac.G. zelf en zijn
zoons Goof en Jan, en later komen daar nog de zoons Koos en Andries bij.
4. Govert van Oord te Dordrecht.
Dat is een hele stap in de ontwikkeling van het zo bloeiende bedrijf. Gelukkig
ontwikkelen de drie eerstgenoemde bedrijven zich voortvarend (het bedrijf van
Govert van Oord Dordrecht blijkt in de loop der jaren minder succesvol), maar het
is wel even wennen. Eerst een familiebedrijf met een gemeenschappelijk doel
om gebroederlijk de onderneming nog succesvoller te maken en uit te bouwen.
Nu worden de broers eikaars concurrenten, want van de drie bedrijven is grond-,
weg- en waterbouw nog steeds de corebusiness.
Van Oord Werkendam
In feite verandert er voor Van Oord Werkendam het minste. De firmanten Jaap,
Goof en Kees, alle drie zoons van de eerder genoemde Jan Jasper, blijven opereren
vanuit de hun zo vertrouwde stek in Werkendam. Ook Van Oord Laantje blijft aan
vankelijk nog onderdeel van Van Oord Werkendam. Pas in 1954 gaat deze tak van
het bedrijf onder leiding van Goof en Reng, zonen van Marius Jan, als zelfstandige
firma verder. In feite blijft de firma Van Oord dan ook een vertrouwd beeld in
Werkendam. Ook nu kan het 'nieuwe' bedrijf, ondanks de metaforische amputatie,
zich succesvol ontwikkelen.
De watersnood van 1953 brengt nog veel meer werk met zich mee. De firma heeft
dan een substantieel aandeel in bijvoorbeeld het sluiten van de gigantische stroom-
gaten bij Ouwerkerk en de Schelphoek. Hier zijn we voor het eerst met Van Oord
op het eiland Schouwen-Duiveland, maar verderop daarover meer.
Het bedrijf krijgt in de volgende twee decennia ook veel opdrachten op het gebied
van de aanleg van nieuwe wegen, aanleg van havens, het op zogenaamde delta
hoogte brengen van zee- en rivierdijken en uiteraard de uitgebreide Deltawerken.
Met name de grote werken als uitvoering van de diverse onderdelen van het Deltaplan
worden in combinatie met andere partners uitgevoerd. In 1964 breidt Van Oord
Werkendam de activiteiten uit met baggeren en schaft daartoe de benodigde profiel-
zuigers en cutterzuigeres (snijkopzuigers) aan.
Naast werkzaamheden ten behoeve van de Deltawerken wordt in 1965 een enorm
groot project door de Werkendamse firma aangenomen: de bouw van de voorhaven
bij de nieuwe sluis voor het Kanaal van Gent naar Terneuzen. Men doet dat in
samenwerking met de Hollandsche Betongroep (HBG) en de Hollandsche Aanne
mingsmaatschappij (ham).
114