Aanvankelijk is het de bedoeling om ook de Oosterschelde geheel af te sluiten.
Naarmate de aanvangswerkzaamheden vorderen, wijzen met name milieuorganisaties
erop dat volledige afsluiting van de Oosterschelde zal leiden tot onherstelbare
schade aan natuur en milieu. Gaande de voorbereiding van dit imposante sluitstuk
van de Deltawerken, begin jaren zeventig in de vorige eeuw, brandt een heftige
strijd los tussen voorstanders van volledige afsluiting en tegenstanders van een der
gelijke uitvoering. Die tegenstanders zijn vissers, later gesteund door milieugroepen
en politici. Na ontzettend veel vergaderingen, discussie en optreden van actiegroepen
leidt de protestgolf tegen volledige afsluiting tot een plan voor een afsluitbare
Oosterscheldedam. Jammer dat de uitvoering van eerdere planning van de werken
voor een deel voor niets blijken. De aanvankelijke voorbereidingen en de uitvoering
van de startwerkzaamheden voor een gesloten afsluiting van de Oosterschelde
moeten worden afgebroken.
ACZ heeft in die eerste fase onder de paraplu van de Combinatie Dijksbouw
Oosterschelde (DOS) een belangrijke rol gespeeld. Het belang van de deelname
van ACZ is gebaseerd op de grote knowhow op het gebied van bodembescherming.
ACZ heeft namelijk de 'blokkenmat' ontwikkeld als nieuwe vorm van bodem
bescherming. Dankzij onder andere die noviteit op het gebied van bodem
bescherming levert dit dos de gunning van het contract op. Naast de blokkenmat
wordt nog een groot gedeelte van de bodembescherming uitgevoerd met de net
zoals ook bij de Brouwersdam gehanteerde zooistukken.
Een aantal van de aanvangsactiviteiten brengt een hoop extra kosten met zich mee.
Deze onnodige werkzaamheden worden veroorzaakt door het feit dat in de zomer
van 1971 wordt vastgesteld dat de Oosterschelde zal worden afgesloten met behulp
van een aantal kabelbanen, Tussen juni 1972 en juli 1974 zijn de twaalf daartoe
126
De voltooide Oosterscheldekering (Foto Jan Glaubitz)