Over de auteurs Jeanine Dekker (1965) studeerde sociologie en promoveerde in 1996 aan de toenmalige Katholieke Universiteit Brabant (Tilburg University) op een proefschrift met een historisch onderwerp. Ze publiceerde daarna over aspecten uit de politieke, sociale en cultuurgeschiedenis van Zeeland na 1700. Als redacteur en auteur was ze betrokken bij de vierdelige Geschiedenis van Zeelanddie verscheen naar aanleiding van het tweehonderdjarig bestaan van de provincie in 2014. Ze heeft een eigen historisch onderzoeksbureau (Inhistory) en werkt daarnaast als adviseur volkscultuur bij de Stichting Cultureel Erfgoed Zeeland, www.inhistory.nl Hans van Duivendijk (1934) groeide op in Zierikzee en ging daarna studeren in Delft waar hij in 1958 slaagde voor het diploma civiel ingenieur. Hij werkte tijdens zijn 50-jarige loopbaan voornamelijk voor het ingenieursbureau Haskoning aan waterbouwkundige projecten in het buitenland. Daarnaast was hij ruim 20 jaar in deeltijd werkzaam als docent energiewater- bouwkunde aan de Technische Universiteit Delft. Hij was werkzaam in internationale technische commissies op waterbouwkundig gebied, ontving (al dan niet in samenwerking met anderen) verschillende prijzen voor zijn waterbouwkundige projecten en publiceerde een groot aantal artikelen in binnen- en buitenlandse tijdschriften. André Flikweert (1968) was ruim 15 jaar officier van justitie te Middelburg, Dordrecht en Rotterdam en is sinds 2015 senior rechter in de rechtbank te Rotterdam. Hij vervult verschillende nevenfuncties in onder meer de Protestantse Kerk en het onderwijs. Hij publiceerde enkele boeken, in het bijzonder over zijn geboorteplaats Nieuwerkerk, alsmede vele genealogieën over families op Schouwen-Duiveland. G.J. Kouwen (1961) studeerde geschiedenis aan de UPG te Brussel. Naast zijn werk onder zoekt hij de joodse geschiedenis van het eiland Schouwen-Duiveland. Ook bestudeert hij de betekenis van het jodendom voor de uitleg van het Oude Testament en maakt hij deel uit van de dialectvertaalgroep "t Kerkje van Ellesdiek'. Rob. C van Leeuwen (1945) behaalde de aktes Nederlands MO-A en MO-B en was werk zaam in verscheidene functies in het voortgezet onderwijs. Na zijn pensionering legde hij aan de Rijksuniversiteit van Leiden het doctoraal examen Nederlandse taal- en letterkunde af. Zijn doctoraalscriptie handelt over het dialect op Schouwen-Duiveland. Ton Oosterhuis (1925) studeerde geschiedenis en sociologie. Hij was werkzaam als journalist en marktonderzoeker, maar publiceerde ook vele historische studies en verhalen. Hij startte zijn schrijverscarrière met (veelal historische) jeugdboeken, uitgegeven bij de Arbeiderspers en Nijgh en van Ditmar. Vanaf de jaren '90 schreef hij vooral voor volwassenen, o.a. De Moordzaak Floris Ven Lumey, de vossenstaart. Vanaf 2011 publiceerde hij onder het pseudoniem Theo Arosius bij uitgeverij Aspekt een reeks historische boeken. In een daarvan, De geheimen van Melis Stoke, komt Jan van Renesse uitgebreid aan de orde. www.tonoosterhuis.nl 129

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 135