Zijn tweede rivaal
De tweede rivaal van Jan van Renesse was een
vrouw. Het gebeurde in 1290. Hij was met zijn
vader en oom betrokken bij een conflict met
de graaf. De oorzaak was weer de liefde, deze
keer van graaf Floris V zelf. De graaf die in
onze schoolboekjes op het schild is geheven
als 'der keerlen god' die zo jammerlijk door de
edelen werd vermoord, was in werkelijkheid
een meedogenloze rokkenjager die de be
langen van zijn naaste familie negeerde voor
de mooie ogen van de beeldschone Catharina
van Durbuy. Na het overlijden van burggraaf
Albrecht van Voorne benoemde hij haar tot
burggravin, hoewel veel Hollandse edelen
meenden meer recht op die titel te hebben.
Het leidde dus tot conflicten die weer verzoend
moesten worden. Daarbij blijkt dat Jan van
Renesse en Dirk van Brederode zich na afloop
van het conflict niet alleen met hun leenheer
Floris V moesten verzoenen, maar dat expliciet
ook deden met Catharina, de burggravin van
Floris v(maker onbekend, Wikipedia) Zeeland: Wi Jan van renisse, ende didderic
here van brederode, maken cont alle den
ghenen die desen brief zullen zien of horen lesen, dat wi enen twist hadden, met
eenre edelre vrouwen ende groeter, ver katerinen vrouwe van vorne, ende
burgravinne van zelant...'
Er is overigens met dit zoenverdrag iets merkwaardigs aan de hand. Eerst hadden
de klerken een stuk opgesteld, waarin de aanhef net een beetje anders luidde:
'Wi Jan van renisse ridder, ende jan van renisse zijn zoen, maken cont alle den
ghenen die desen brief zullen zien iof horen lesen, dat wi omme alrehande tuiste,
ende broke, die wi ghehat hebben...' Kennelijk werd dit concept naderhand niet
gebruikt, hoewel het wel bewaard is gebleven. De tekst lijkt me ook ongebruikelijk,
want de verzoening in zo'n verdrag gold per definitie ook voor de nakomelingen.
Een vete was immers erfelijk, dus de verzoening moest dat ook zijn. Het staat ei
ook altijd bij: 'ende onse nacomelinghe'. Waarom begon die klerk dan met dit meik-
waardige concept, dat naderhand werd afgekeurd? Ik kan eigenlijk maar één reden
bedenken: toen al was de zoon feitelijk de drijvende kracht geweest achter het
handelen van de familieleden. Dus moest hij in de ogen van die klerk expliciet als
een van de boosdoeners worden genoemd en niet alleen als borg van zijn vader.
Toch koos men uiteindelijk voor de traditionele opstelling en verdween zoon Jan
als mededader uit de definitieve versie.
Het zou niet het laatste conflict van Jan van Renesse met de Hollandse graal zijn.
Zijn derde rivaal
Hoewel Melis Stoke in dienst van het Henegouwse Huis duidelijk suggereerde dat
Jan van Renesse medeplichtig was aan de moord op graaf Floris V, pleiten de leiten
hem vrij. Het is ook ondenkbaar dat de Engelse koning in dat geval de jonge graaf
Jan I aan zijn zorgen zou hebben toevertrouwd. En dat is wat in 1297 gebeurde.
12
lorniiucs pumtus