DE SCHEEPSBOUWDYNASTIE VAN DUIVENDIJK Hun scheepmakers en scheepswerven op Schouw en-Duiv eland door Hans van Duivendijk De oorsprong van de familienaam Algemeen wordt aangenomen dat de oorsprong van de familienaam moet worden gezocht in het voormalige dorp Duivendijke. De heerlijkheid Duivendijke wordt samen met de heerlijkheden Looperskapelle, Brijdorpe en Klaaskinderkerke in 1834 publiek verkocht. Eigenaar wordt jhr. mr. J.A. van der Heim die zich Van der Heim van Duivendijke 1 gaat noemen. Men spreekt dan over de heerlijkheid Duivendijke die vier ambachten telt. Het restant van het dorp Duivendijke is in de twintigste eeuw verdwenen. De gemeente Duivendijke is bij de gemeentelijke herindeling van 1961 opgegaan in de gemeente Middenschouwen. Voor 1600 komt de familienaam Duijvendijck (hoe ook geschreven) een viertal keren voor. Zo lezen we in Leefbaar Laagland.2 'Hollanders zijn in de twaalfde en dertiende eeuw eveneens op grote schaal aan het ontginnen geweest in centraal Oost-Engeland. In de uitgestrekte vlakten rond de Washbay, die voor een groot deel nog altijd Holland worden genoemd, wijzen zowel de verkavelingsstaicturen als veldnamen in die richting. Ook namen als "Ralph van Holland, Nicolaas Lange, Johannes Duvendike, Herman de Witering, Johannes Noteman" uit twaalfde- en dertiende- eeuwse streekbronnen verwijzen naar Hollandse kolonisatie.'3 Blijkens onze ervaring heeft men in Engeland de gewoonte de naam Duivendijk uit te spreken als Doevendaik. Dat zou je in het Engels kunnen schrijven als Duvendike. De Zeeuwse uitspraak van Duivendijk is trouwens Duvendieke. In 1280 komt de naam voor als Duvendike.4 In doopboeken van Brouwershaven en in Poortersboeken van Zierikzee komt men herhaaldelijk de toevoeging (bij een patroniem) tegen: 'van Duivendijk'. In beide gevallen (en ook in andere, hier niet genoemde) is het niet te bewijzen dat het hier een voorvader/moeder van de familie betreft. Het is slechts een verwijzing naar de plaats van herkomst. Overigens woonden er in het dorp Duivendijke nooit meer dan enige tientallen gezinnen.5 In de stamboom van de familie Van Duijvendijck6 (hoe ook geschreven) zijn bijna allen7 met die naam afstammelingen van Cornelis Corneliszn. van Duijvendijck, die op 21 mei 1600 trouwt in Rotterdam met Neeltje Pietersdr. Deze Cornelis was schrijnwerker. Een achterkleinzoon van Cornelis Corneliszn. en Neeltgen Pieters, Dirck Willemszn. van Duyvendijk, met als beroep chirurgijn, verhuist naar Ouderkerk op d'Yssel (zoals het toen nog heette). Zoon Jan wordt daar geboren in 1703. Hij huurt plus minus 1735 een scheepswerf in Lekkerkerk en is daarmee de eerste scheepmaker in de familie. Dat is het begin van de scheepsbouwdynastie Van Duij/uy/ui/vendijk. Bijna als vanzelfsprekend kiezen de zonen in de volgende generaties voor het beroep van hun vader. Alleen bij uitzondering worden ze geen scheepmaker, scheepsbouwer, scheepstimmerman, scheepsijzerwerker of scheepsbouwmeester. Aanvankelijk begint de opleiding direct na de lagere school op de scheepswerf van vader. Later, op het eind van de negentiende eeuw, is er nog wel eens iemand, die 'doorleert' voor scheepstekenaar maar dat is dan een uitzondering. Je vindt bij deze 24

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 26