De haven langs de Scheepstimmerdijk (links op de foto) in Zierikzee omstreeks 1890; bij de zwarte loods aan de linkerzijde ligt een schip op de helling van De kleine werf GASD nr. ZS 1748, Zierikzee) Uit de Memorie van Successie, gedateerd juni 1894, blijkt dat de schulden (1982,77 gulden) de baten overtreffen. Deze baten bestaan uit het huis, erf en tuin (625,-) het erfpachtrecht (100,-), huisraad en dergelijke (250,-), werfinventaris en gereed schappen (250,-) en vorderingen (500,-), totaal 1625 gulden. J. Schot BWzn., in zijn artikel in het Zeeuws Tijdschrift10 stelt dat Van Duivendijk in 1898 door een tjalkschipper, die een grote reparatie had doen verrichten en niet betaalde, gedwongen was het werfje te liquideren. Dat is niet helemaal juist. Moge lijkerwijs is tussen 1889 en 1994 inderdaad de affaire met genoemde tjalkschipper geweest en is dat de reden voor de slechte financiële situatie. Maar de werf hield in 1894 op te bestaan omdat er geen opvolgers waren. De weduwe van Pieter Johzn. is niet in staat de scheepswerf voort te zetten en probeert in het levensonderhoud van haar en haar gezin te voorzien door wassen en strijken voor derden. De erfpacht van het terrein waarop de scheepswerf ligt is in handen van Pieter Johzn. en zijn weduwe wil er na zijn overlijden van af. In februari 1895 worden de afbraak van de loods en hellingen door een deurwaarder geveild. Maar die afbraak gaat niet door. Vermoedelijk omdat neef Dirk van Duivendijk, scheepsbouwer in Tholen, in deze periode naarstig op zoek is naar scheepswerven voor zijn zoons. Dirk besluit dan ook om de erfpacht van het terrein over te nemen per 1 januari 1896. Maar dit leidt niet tot een voortzetting van de scheepswerf en het terrein gaat weer terug naar de gemeente. Dirk zal hebben overwogen dat er in Zierikzee voor twee scheepswerven toch niet voldoende werk is. In 1891 is immers een tweede scheepswerf in Zierikzee gesticht (zie hierna). Pieters weduwe verhuist naar Rotterdam en hertrouwt in 1904. 28

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 30