Zoals in andere sectoren van de scheepsbouw is er ook bij de visserij sprake van
schaalvergroting. Waren de vroegere houten hoogaarzen, hengsten, blazers en
Lemmerhengsten zo'n 11,5 tot 15 meter lang, de stalen, zogenaamde, eurokotter kan
tot 24 meter lang zijn en de mosselkotter 30-40, soms zelfs 45 meter lang. Op de
scheepswerf houdt men zich, naast scheepsonderhoud (schoonmaken, conserveren,
reparatie) in deze tijd bezig met nieuwbouw (beperkt) en, een scala van werkzaam
heden die we zouden willen samenvatten onder het begrip 'scheepsaanpassing', dat
wil zeggen schepen uit de beurt- en binnenvaart worden omgebouwd tot mossel
vaartuig en eventueel ook verlengd of verkort.
Nieuwbouw van vissersschepen is er lange tijd niet geweest op deze werf en al
helemaal niet in ijzer of staal. Toch durft men het er op te wagen en dan ook nog
zonder tussenkomst van een scheepsbouwkundig ontwerpbureau. In oktober 1963
krijgt de werf opdracht voor de bouw van een stalen mosselkotter met een lengte
van 32 en een breedte van 5 meter. Een kleinzoon van Dirk, Dirk Lzn., maakt een
tekening, de oudste zoon Pieter Dzn. maakt aan de hand daarvan een houten model
en vervolgens wordt dat twintig maal vergroot. De BRU 48, Johannes, wordt op
13 mei 1964 door een drijvende bok in het water getild. Deze BRU 48 blijft vervolgens
32 jaar bij deze opdrachtgever waarna hij door een groter schip wordt vervangen.
In 1970 wordt het kunstje nog een keer herhaald, maar veel meer nieuwbouw is er
niet meer geweest op deze werf. Men heeft zijn handen vol met al het andere werk:
scheepsonderhoud en scheepsaanpassingen.
De tweede Van Duivendijk-scheepswerf in Zierikzee (1921-1928) bij het Sas
Hiervoor vermeldden wij reeds dat in de negentiende eeuw de Stads Commerciewerf
na de periode van de barkenbouw steeds weer nieuwe huurders krijgt. Zo wordt
in 1876 door de Commissie tot Beheer de huur van de Commerciewerf overgedragen
aan scheepsbouwer en herbergier Adriaan van de Velde. Adriaan van de Velde heeft
echter de Stadswerf niet kunnen redden en die werf wordt gesloten rond 1892
(de werf De Goede Intentie was al opgeheven in 1869).
36
Het terrein van de scheepswerf bij bet Sas ingetekend op een kadastrale kaart uit 1926. Vergelijking
van deze kaart met die uit 1857 leert dat de uitwateringssluis bij het Sas inmiddels is verplaatst in
verband met de aanleg van de trambaan voor de RTM