werd boven hen gesteld. Dat was voor hen het zoveelste teken van Gods ongenoe
gen over het Nederlandse volk. De intrede van deze koning had hun ergste angst
bewaarheid: God had hen verlaten. Vreemd genoeg stonden de orthodox-gerefor
meerden minder negatief tegenover de inlijving bij Frankrijk, die op Lodewi,ks
koningschap volgde. De inlijving vatten zij op als een godsgencht. Ze waren ervan
overtuigd dat God Napoleon had gezonden als scherprechter. De Fransen waren de
roede in Gods hand om de vrijzinnige protestanten te straffen, die achter de scheiding
van kerk en staat zaten en achter de meer vrijzinnige richting die de kerk was
ingeslagen. Het uitverkoren volk verkeerde nog liever onder de knoet van de
Fransen dan onder die van de vrijzinnigen in de Bataafse Republiek. Niettemin
moest ook de bezetting door de Fransen worden opgevat als een teken van Gods
ongenoegen. Het was de straf van God voor de verkeerde weg die kerk en
Republiek waren ingeslagen.
Afsluiting tt
De groep orthodox-gereformeerden was beperkt van omvang. Het merendeel van
de bewoners van Schouwen-Duiveland zal zich naar het Franse bewind hebben
geschikt en hebben geprobeerd er het beste van te maken. De veranderingen in de
politieke en bestuurlijke instituties waren immens. Compleet nieuwe structuren
voor bestuur, rechtspraak en politie, werden, zoals we zagen, opgeworpen. Men
Portret van Napoleon Bonaparte
door Charles Howard Hodges, 1811
(collectie Rijksmuseum)