woonden en in welke categorieën van inwoners zij te vinden waren. Ook kan er
iets uit worden afgeleid over de welvaartstoename onder bepaalde beroepsgroepen
en over de vraag in welke periode sprake was van economische crisis of inflatie.
Wettelijk was vastgelegd dat in iedere provincie per 3000 inwoners één hoogst
aangeslagene zou mogen worden gerekend. In Zeeland woonden relatief veel van
de rijkste inwoners van Nederland. In het slotjaar 1917 waren er slechts viei
provincies, Zuid-Holland, Gelderland, Utrecht en - zij het nipt - Overijssel, waar de
laagste op de lijst meer belasting betaalde dan de laagst geplaatste op de Zeeuwse
lijst. In de zes andere provincies waren deze bedragen aanzienlijk lager met Limburg
en Drenthe als duidelijke hekkensluiters. Omdat Zeeland in die tijd ruim 150 000
inwoners telde, bestond de Zeeuwse lijst vanaf 1848 uit 52 (later 53) namen. In 1862
werd dit aantal verhoogd tot 55, in 1872 tot 59 en in 1881 tot 62. Na de grondwets
wijziging van 1887 werd bepaald dat er voortaan een hoogst aangeslagene per 1500
inwoners zou komen. Daardoor verdubbelde het aantal hoogst aangeslagenen in
1888 opeens tot 125. Vanaf 1891 telde de lijst 132 namen. In 1901 werd het aantal
namen nog eens uitgebreid tot 144 en vanaf 1911 tot en met 1917 telde de lijst van
hoogst aangeslagenen 155 namen, drie keer zoveel als bij aanvang in 1848.
De eerste hoogst aangeslagen vanaf 1848
De eerste lijst voor Zeeland werd vastgesteld op 15 november 1848. Bij aanvang
zijn zes van de 52 hoogst aangeslagenen afkomstig uit Schouwen-Duiveland. Met
afstand de rijkste Zeeuw is op dat moment Willem Lodewijk Vader, grootgrondbezitter
te Wissenkerke. Hij betaalt 4. 478,34 gulden aan directe belastingen. Jhr. Karei
Willem de Jonge (1790-1852) te Zierikzee betaalt als vijfde op de lijst 1.691,24 gulden.
Hij komt tot aan zijn overlijden in 1852 op de lijst voor. Zevende op de lijst is
de Zierikzeese notaris mr. Cornelis van
der Lek de Clercq (1811-1886), die
1. 355,26 gulden aan belasting betaalt.
De vier andere inwoners van Schouwen-
Duiveland die in 1848 op de lijst voor
komen, zijn jhr. Willem Dignus de
Jonge (1795-1864) tot aan zijn overlijden
in 1864, burgemeester M.C. de Crane
(1783-1865) tot en met 1854, diens zoon
advocaat-koopman mr. W.C. De Crane
(1810-1885) tot en met 1857, en grond
eigenaar Hubrecht Moolenburgh (1784-
1858) tot aan zijn overlijden in 1858.
Allen zijn inwoner van Zierikzee, met
uitzondering van Moolenburgh die in
Zonnemaire woont.
In 1850 neemt het aantal Schouwse
vertegenwoordigers op de lijst van rijk
ste Zeeuwen toe tot acht van de 53-
In dat jaar komen eenmalig op de lijst
voor de Zierikzeese advocaat en notaris
mr. Jacob Jan Ermerins (1804-1874) en
de rooms-katholieke Zierikzeese koop
man Christoffel de Wit (1791-1862). In
55
jhr. W.D. de Jonge (overdruk uit W.Wijnaendts
van Resandt, Geschiedenis en genealogie van het
De Jonge uit Zierikzee, 1924)