Zierikzeese notaris mr. Jacob Moolenburgh (1827-1892) toe tot de lijst van hoogst aangeslagenen. Hij stamt uit een bemiddelde familie. Zijn vader Hubrecht Moolenburgh had tot aan zijn overlijden in 1858 tot de hoogst aangeslagenen behoord. Door het overlijden van zijn schoonvader Anthonij van Weel is Jacob in een keer eigenaar geworden van een flink aantal percelen grond op Goeree- Overflakkee, waardoor hij met stip binnenkomt op plaats 22 (op een lijst van 59 namen). Jacob Moolenburgh stijgt geleidelijk naar plaats tien in 1882 en plaats zes in 1887 en is in 1891 zelfs nummer twee op de lijst met een belastingaanslag van 2. 024 gulden, de helft van wat zijn aangetrouwde oom Van der Lek de Clercq tien jaar eerder betaalde. En als D.F.Ph. Seijdlitz te Hulst - sinds het overlijden van Van der Lek de Clercq in 1886 de hoogst aangeslagene - op 12 januari 1892 overlijdt, is Moolenburgh zelfs even (gedurende drie maanden) de rijkste inwoner van Zeeland. Hij komt echter op 26 april 1892 al te overlijden. Jacob Moolenburgh (Zonnemaire 08-11-1827 - Zierikzee 26-04-1892) was bij zijn overlijden de rijkste inwoner van Zeeland. Hij was een zoon van Hubrecht Moolenburgh en Johanna Cornelia de Glopper en huwde in 1858 met Cornelia Hocke van Weel (Ooltgensplaat 05-10-1834 - Bloemendaal 20-03-1909). Haar vader Anthonij van Weel In 1875 en 1876 komen opnieuw enkele nieuwe namen op de lijst, waardoor tot en met 1880 acht inwoners van Schouwen-Duiveland behoren tot de 59 rijkste Zeeuwen. Voormalig luthers predikant J.H.C. Heijse (1839-1913), geboren in Amsterdam, komt vanaf 1875 op de lijst voor. Zijn eerste echtgenote (al in 1871 overleden) was een dochter van mr. J.J. Ermerins. Ook zijn tweede echtgenote, Lena Elisabeth Isebree Moens, is welgesteld. Heijse is vanaf 1879 tot 1895 gedeputeerde van Zeeland en vestigt zich in 1892 te Middelburg. Vanaf 1875 tot aan was notaris te Ooltgensplaat en Eerste Kamer lid in de periode 1850-1868. Haar moeder Adriana Theodora de Clercq was een zus van Cornelis van der Lek de Clercq, eerder vele jaren de rijkste inwoner van Zeeland. Jacob studeerde rechten te Utrecht en werd in 1852 advocaat, eerst te Zonnemaire en vanaf 1857 te Zierikzee. Vanaf 1873 tot aan zijn overlijden was hij tevens notaris. Verder was hij vanaf 1853 tot 1872 burgemeester van zijn geboorte plaats Zonnemaire en van het in 1866 met Zonnemaire samengevoegde Bommenede. Mr. Moolenburgh (GASD, nr. SP 0453) Vanaf 1853 tot 1883 was hij dertig jaar lid van Provinciale Staten van Zeeland. Vervolgens was hij tot aan zijn overlijden nog negen jaar lid van de Eerste Kamer voor de Liberale Unie. In de periode 1885-1892 was hij voorzitter van de Zeeuwsche Landbouw Maatschappij (ZLM). Bij zijn overlijden in 1892 was het batig saldo 331.372,55 gulden, onder meer bestaande uit de hofstede Wageningen te Zonnemaire met bijna 48 ha grond en een hofstede in Den Bommel met ruim 35 ha grond. 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 60