teraad. Het kiesrecht wordt voortaan toegekend aan alle volwassen mannen die
kunnen aantonen dat zij beschikken over 'kenteekenen van geschiktheid en
maatschappelijke welstand'. Doordat deze begrippen niet verder worden ingevuld,
blijkt het in de volgende discussies over uitbreiding van het kiesrecht mogelijk de
eisen uit het artikel steeds lager te stellen. Als gevolg hiervan stijgt het percentage
kiesgerechtigde mannen tussen 1890 en 1910 van 14 naar 65 procent, zondei dat
de Grondwet gewijzigd hoeft te worden. Aan deze flexibiliteit dankt het betreffende
artikel 80 van de Grondwet zijn naam 'caoutchouc'- artikel: 'elastisch artikel'.
De verkiesbaarheid tot lid van de Eerste Kamer blijft ook na 1887 onveranderd
gekoppeld aan de hoogte van de aanslag in de directe belastingen. In lijn met de
verruiming van het actief kiesrecht voor Tweede Kamer, provincie en gemeente
vindt echter wel een verruiming plaats van het aantal hoogst aangeslagenen dat
verkiesbaar is voor de Eerste Kamer: de lijst van hoogst aangeslagenen in Zeeland
verdubbelt in 1888 van 62 naar 125 namen. De laagste op de lijst betaalt 389,30
gulden aan directe belastingen. Het gevolg van de uitbreiding is ook dat het aantal
inwoners van Schouwen-Duiveland op de lijst van hoogst aangeslagenen toeneemt
van 8 in 1887 naar maar liefst 24 in 1888. Dat wil zeggen dat op dat moment bijna
20 procent van de rijkste inwoners van Zeeland op Schouwen-Duiveland woont.
Dit aantal zal later nooit meer zo groot zijn.
De meeste nieuwe namen op de lijst in 1888 komen uit Zierikzee, zij het dat de
meeste slechts korte tijd op de lijst voorkomen. Het betreft voormalig president van
de rechtbank jhr. mr. M.J. Schuurbeque Boeije (1810-1903), schoonzoon van jhr.
W.D. de Jonge, tot en met 1897, de ongehuwde collecteur der Staatsloterij Cornelis
Adriaan Buijze (1815-1891) tot en met 1890, Pieter Paul de Crane WCzn. (1851-
60
Mr. J.W.A. Schneiders van Greijffenswerth C. van der Vliet GASDnr. SP 0625)
(GASD, nr. SP 0542)
