maar dat weet de lezer niet. Vandaar dat Brinio schrijft: 'Onderwijzers dienden te beseffen, dat wanneer hun leerlingen zich buiten de schooluren in 't openbaar mis dragen, het uit een paedagogisch oogpunt wel degelijk tot hun taak behoort hen hierover ernstig te onderhouden.'9(22-5-1918) J. Hage, onderwijzer, dient hem van repliek: 'Kijk eens, Brinio, een stukje in de krant schrijven en daarin zijn verbolgenheid uitdrukken, helpt niet veel. Maar laten gij, Brinio èn onderwijzers, èn ouders èn het gansche publiek (zooals in Amerika) medehelpen om te beletten dat de ruiten in de Nieuwe Kerk verbrijzeld worden en 't groen in 't Slingerbosch afgerukt wordt en laten de ouders vertrouwen stellen in de onderwijzers en met hen samenwerken, dan wordt het misschien beter.' (24-5-1918) Een vroege oproep tot een participerende samenleving. Het college van burgemeester en wethouders en de raad van Zierikzee zijn menig maal de aanleiding voor Brinio om in de pen te klimmen. Hoewel hij bij zijn introductie aangeeft onpartijdig te zijn heeft hij toch zo zijn politieke voorkeuren. De eerder genoemde heer Koopman is daar onder andere de dupe van. Over de socialisten van Zierikzee, de heren P.A. Perrels, E. Bakker en L. Verbeke, schrijft hij: 'Nu weet ik uit ervaring, dat de heeren socialisten, als iets goeds tot stand gekomen is, gewoon zijn de eer daarvan uitsluitend voor zich op te eischen. Is deze miskenning van hetgeen anderen deden, reeds niet aangenaam, erger wordt de zaak, wanneer vaststaande feiten met een stalen voorhoofd ontkend worden.' (24-6-1918) Nee, de voorkeur van Brinio ligt niet bij hen. De antirevolutionairen? Ook zijn keuze niet. 'Oppassen is de boodschap! De anti revolutionaire partij gaat stilletjes en slimmetjes, voetje voor voetje, haar gang, speelt - 't is koren op haar molen - gaarne de verongelijkte, om als zij herstel van haar grieven bekomen heeft, sterker uit den strijd te voorschijn te treden, van de behaalde overwinning gebruik te maken, en met nieuwe eischen voor den dag te komen.' (19-7-1902) Brinio's voorkeur gaat uit naar de liberalen van onder andere mr. D. van der Vliet. de nederlaag, die de liberalen bij de stembus geleden hebben. Sapperloot! wat hebben we voor onzen broek gehad! Ik ben er helemaal van streek van geweest.' (10-7-1918) Het 'zoo verklaar ik bij voorbaat, dat ik volkomen vrij wensch te blijven, en juist daarom door geenerlei verklaring mij wil binden', (1-11-1900) blijkt dus niet twintig jaar vol te houden. Ook Brinio kiest, zowel plaatselijk als landelijk, duidelijk partij. De waterleiding Van de ruim 29 keer dat hij uitgebreid schrijft over een eilandelijk thema is het gemis van een eilandelijke waterleiding het onderwerp dat jarenlang op zijn agenda staat. Daarnaast kan het moderne vervoer, de tram, op zijn warme belangstelling rekenen. En hij heeft oog voor de opkomst van het toerisme in de Westhoek. Brinio kiest zijn onderwerpen eilandbreed: van Bruinisse tot het strand van Renesse. De komst van de eilandelijke waterleiding is zo'n thema dat regelmatig in zijn brieven terugkomt. Het gaat hem echt aan het hart. Hij heeft er twee redenen voor: vanuit industrieel oogpunt is het volgens hem noodzakelijk. En natuurlijk vanuit 'een sanitair standpunt wenschelijk'. (25-12-1902) In de Nieuwsbode van 10 december 1903 geeft Brinio de problematiek van het water aan door uitgebreid in te gaan op het onderzoek 'naar het gehalte en de hoedanigheid van de zoete melk' dat door de eilandelijke gezondheidscommissie is uitgevoerd. Maar zoals hij zelf schrijft: Het is echter te vreezen, dat er nog vrij wat water door 76

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 80