Het toerisme Toerisme krijgt bij Brinio, in zijn brief van 15 augustus 1919, alle aandacht. Het ver slag dat hij geeft lijkt wel het geboortebericht van het massatoerisme op Schouwen- Duiveland. Het is bijna aandoenlijk hoe hij de start daarvan omschrijft, als hij op weg blijkt te zijn naar Renesse. 'De wegen zijn als het ware bezaaid met sleepen van fietsende dames en heeren, en de trams zijn tot stikkens toe vol. Geen plaatsje is daarin onbezet. Velen moeten zich zelfs met een staanplaats tevreden stellen.' Een vroege beschrijving van de eerste files op ons eiland..? De heer A.T.M. Goeminne is de aanleiding van zijn bezoek aan Renesse. De pas in gebruik genomen zomerhuisjes, vier stuks voor twee personen, en theetuin in het Torenbosch zijn het doel van de reis. Alsook om de plannen te horen die de heer Goeminne nog meer heeft 'in verband met zijn streven om van Renesse een zeebad plaats te maken'. Torenbosch ligt slechts een duin van de zee gescheiden en de plannen voor de omgeving zijn groots. Brinio schrijft: 'Het is tevens zijn voornemen dicht bij die huisjes een hotel te doen verrijzen, hetwelk een eetzaal, een leeszaal en een conversatiezaal zal bevatten.' Om al de drukte in goede banen te leiden zou het, volgens hem, verstandig zijn indien de gemeente Renesse de 'laan, die van het dorp naar 't strand leidt, [zou] kunnen bestraten. De heer Goeminne is bereid den voor de verbreeding van de aan te leggen straat benoodigden grond kosteloos af te staan.' En 'Vreemdelingenverkeer' heeft hierbij ook een rol: zij zouden 'de aanschaffing en verhuring van strandstoelen en badkoetsjes op zich kunnen nemen'. Het ideaal is het bouwen van een badhuis, te financieren door vermogende landbouwers van Schouwen-Duiveland. Brinio eindigt zijn brief met een oproep: 'Wie neemt het initiatief?' Terugkijkend kan worden geconstateerd dat het initiatief zeker is opgepakt. 79 Theetuin „Het Torenboschje" aan de duinen bij Renesse De theetuin van Torenbosch in Renesse omstreeks 1919 (GASD WA 1060)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 83