Het verlies dat zijn partij - de liberalen - in 1919 duidelijk lijdt wordt volgens Brinio
veroorzaakt door het gewijzigde kiesstelsel.waardoor elke politieke minderheid,
wier stemmen voorheen in menig district geheel en al verloren gingen, thans het
haar reeds te lang onthouden recht heeft verkregen overeenkomstig haar getalsterkte,
zitting in de publiekrechterlijke colleges te verkrijgen. Tengevolge van dit rechtvaar
dig stelsel zijn schier alle politieke partijen van ons land in onderscheidene
gemeentebesturen thans vertegenwoordigd geworden.' (20-6-1919)
Om het land, maar ook de gemeente Zierikzee, toch bestuurbaar te houden heeft
hij een opvallende en toch, ook nu nog, bekende visie. 'Wie in den Raad zitting
neemt, moet zijn eigen meening, zijn eigen overtuiging volgen, en niet die van de
partij of groep, door wie hij gekozen is. Dit moest me van het hart, omdat bij den
jongsten electoralen strijd in een verkiezingscirculaire een tegenovergestelde
meening werd uitgesproken.'
De verhouding tussen het recht van de individuele meningsvorming en -uiting
binnen de parlementaire democratie en de positie als gekozen vertegenwoordiger
van een bepaalde politieke stroming/partij is nog steeds onderwerp van discussie.
Wat betreft de periode 1914-1918 is er een opmerkelijke constatering. Brinio schrijft
opvallend vaak over de economische gevolgen van de oorlog. In 1917 besteedt hij
daar het meeste aandacht aan. Hij signaleert bijvoorbeeld het economische misbruik.
'Verontrustend is de toenemende stijging der prijzen van schier alle levensbenoodigd-
heden. Het wil me voorkomen, dat dit niet uitsluitend geweten moet worden aan
't gebrek aan grondstoffen, maar dat de zucht van velen naar reuzenwinsten aan de
schrikbarende prijsopdrijving niet geheel en al vreemd is.' (1-10-1917)
Toch heeft hij wel degelijk oog voor het leed. Bijna pathetisch utopisch schrijft hij:
'Terwijl daar over de grenzen de kanonnen bulderen, dood en verderf onder de
menschen zaaiend, en verwoestend steden en dorpen, worde van uit het kleine,
stille Zierikzee de vaan van den vrede ontplooid, en aan de volkeren der aarde
het beginsel der algemeene menschenliefde verkondigd. En als dit beginsel in de
hoofden en harten der menschen, tot welke nationaliteit zij ook mogen behooren,
heeft post gevat, dan zullen de volken elkander niet meer haten, niet meer trachten
elkander te verdelgen, maar met elkander tot heil der menschheid in vrede leven,
en dan zal voor legers en vloten, voor kanonnen en geweren geen plaats meer
wezen.' (22-5-1918)
Kritiek
De inhoud van de brieven van Brinio leveren vanzelfsprekend de nodige kritieken
op: zowel negatieve als positieve kritiek. Door de jaren heen verschijnen vele
reacties in de NieuwsbodeVoor zover onderzocht zijn het er minimaal 24. Op een
totaal van 98 brieven is dat in een verhouding van 1 op 4. Wel moet daarbij
opgemerkt worden dat de kans zeer aannemelijk is dat een deel van de 'ingezonden
brieven' een reactie van Brinio zelf is. Als men naar de stijl van de reacties kijkt, lijken
er significante overeenkomsten te zijn.
Een van die overeenkomsten is het creatief gebruiken van spreekwoorden: 'demp
de put, voordat het kalf verdronken is', 'uitstel is afstel' en 'een jong boompje kan
beter buigen dan een ouden eik' zijn er drie voorbeelden van. Opvallend vaak
gebruikt de opposant ook een pseudoniem: 'een slachtoffer der leerplichtwet', 'een
geheelonthouder', 'eenige katholieken' enz. De in onze tijd gebruikelijke mededeling,
dat de naam en het adres van de schrijver bekend zijn bij de redactie, staat er
niet bij.
82