DE MAN DIE HET EILAND ONDERWATER ZETTE
Ir. A.J. Ilcken 1892-1979
door Jop G. Steenhof de Jong
Op 15 juni 1949 hield het Bijzonder Gerechtshof dat zich bezighield met de
berechting van Nederlanders die zich tijdens de bezetting pro-Duits, 'fout', hadden
gedragen, zitting in het kantongerecht te Zierikzee. Omdat de lokale kranten de
gebeurtenis uitgebreid hadden aangekondigd was de publieke tribune tot de laatste
plaats bezet; er moesten belangstellenden worden teleurgesteld. De interesse kwam
niet alleen door het feit dat dit het laatste proces van het Bijzonder Gerechtshof zou
zijn: de beklaagde was niemand minder dan 'de schrik van Zierikzee, de man die
het eiland onder water zette', ingenieur Arnoldus Jacobus Ilcken.
Hem werden drie zaken ten laste gelegd. Allereerst zijn lidmaatschap van achter
eenvolgens de NSB, de Germaanse SS en de Waffen-SS. Dan het feit dat hij zijn buur
man Arie de Jong en diens vrouw had aangegeven bij een Duitsgezinde politieagent.
Ten slotte dat hij diensten had verleend aan de vijand bij het onder water zetten en
de evacuatie van Schouwen-Duiveland. De procureur-fiscaal (aanklager) noemde
Ilcken 'een pias, een ijdeltuit en een opschepper' die op het eiland 'gevreesd, gemin
acht en gehaat werd', en 'de man op de achtergrond' van veel politieke dossiers.
Er werden tien getuigen gehoord, voornamelijk over de periode van de inundatie.
Ilcken toonde berouw noch spijt. Hij ontkende De Jong te hebben aangegeven en
lid te zijn geweest van de Waffen-SS. Het SS-soldijboekje dat hij bij zijn arrestatie bij
zich droeg was volgens hem geantidateerd; hij had het alleen gekregen om
makkelijker met zijn echtgenote naar Duitsland te kunnen vluchten. Het hielp hem
niet dat hij het lidmaatschap van de Waffen-SS bij zijn eerste verhoor in 1945 had
toegegeven en nog in 1947 bij het Hof in Middelburg een verzoek tot onmiddellijke
invrijheidsstelling had ingediend als 'soldaat van de SS'. Volgens Ilcken was hij
betrokken geraakt bij de inundatie in opdracht van het waterschap en 'om erger te
voorkomen'. Bij de evacuatie had hij 'ook goede dingen gedaan', zo konden op een
gegeven moment meer mensen op het eiland achterblijven dan de Duitsers voor
wenselijk hielden. De eis luidde twaalf jaar met aftrek. De uitspraak kwam veertien
dagen later: Ilcken, volgens het vonnis 'gedreven door eerzucht en belust op eigen
voordeel', werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van tien jaar met aftrek van
voorarrest en verlies van de burgerrechten.
Het Waterschap Schouwen
Arnoldus Jacobus Ilcken werd geboren in 1892 en kwam uit een goed nest. Zijn groot
vader was arts in Assen, zijn vader een civiel ingenieur die zich als bestuursambtenaar
in Nederlands-Indië bezighield met de aanleg van waterleidingen. Toen vader
Ilcken ziek werd keerde het gezin voor enige jaren terug naar Baarn, waar Arnold
werd geboren. Een jaar daarop ging men opnieuw naar Nederlands-Indië, maar
daar overleed Arnolds vader plotseling, een zwangere vrouw en twee kleine kinde
ren achterlatend. Het jongste kind bleek een geestelijke beperking te hebben en
Arnolds jeugd was niet makkelijk. Na zijn schooltijd ging hij, net als zijn vader,
civiele techniek studeren in Delft. Zijn studie werd enige tijd onderbroken door
de mobilisatie, waarbij hij als 2e luitenant gestationeerd was in de stelling van
86