Na de capiaüatie van het Nederlandse leger in Zeeland op 18 mei werden de gedeti neerden door Duitse Verfügungstruppen bevrijd. Er was op dat moment geen boot verbinding terug naar Schouwen-Duiveland. Volgens Jan Dekker maakte Ilcken meteen duidelijk hoezeer de machtsverhoudingen waren veranderd door zich bij de burgemeester van Goes te melden met de woorden: 'Zorgt u binnen een uur voor een bus en groet me voortaan met houzee als ik binnenkom.' Niet alle Schouwen-Duivelandse NSB-leden waren overigens in Ellewoutsdijk opge sloten en niet alle geïnterneerden waren NSB-lid. Zo waren R. de Waal en A.K. Giljam, respectievelijk olieleverancier en dijkbaas (opzichter) van het Waterschap Schouwen, wel pro-Duits maar geen lid. Ze waren zo verontwaardigd over hun arrestatie dat ze zich na hun vrijlating alsnog bij de NSB aanmeldden. Ze waren niet de enigen. Om opportunistische redenen sloten zich veel nieuwelingen aan. Door de leden van het eerste uur werden ze de Meikevers genoemd. Toen in juni het ambte narenverbod werd opgeheven keerden ook veel ambtenaren, waaronder Ilcken, in de partij terug. Zij herkregen hun oude lage lidmaatschapsnummer (het stamboek nummer) dat binnen de beweging een belangrijk statussymbool was. Bestuurlijke ambities Ilcken, wiens bestuurlijke ambities voor de oorlog niet waren vervuld, rook nieuwe kansen. Nog geen drie weken na de Duitse inval had hij al een brief gestuurd aan de tweede man van de NSB, Meinoud Rost van Tonningen, met het voorstel dat enkele vooraanstaande NSB'ers de nieuw benoemde 'Reichskommissar für die besetzten niederlandischen Gebiete', dr. Arthur Seyss-Inquart, zouden ontmoeten om bij hem een actie tegen de democratie te bepleiten en hem het een en ander uit te leggen over de Nederlandse houding tegenover de NSB in het algemeen. Dat comité zou moeten bestaan uit NSB'ers die in mei '40 geïnterneerd waren geweest en kring- of districtsleider waren. 'Uit niet te veel mensen bestaande, uit verschillende delen van het land,' voegde hij daaraan toe. Dat Rost van Tonningen en hijzelf perfect in dit profiel pasten maar Mussert niet, kan geen toeval zijn. Rost noteerde in de kantlijn 'met belangstelling gelezen', maar deed er verder niets mee. In een andere brief aan Rost pleitte Ilcken voor het oprichten van een staatsschool. Hij gaf zichzelf en enkele andere NSB-leden op voor een burgemeesterscursus (het is onwaarschijnlijk dat hij die daadwerkelijk gevolgd heeft) en schoof zich later zelfs naar voren voor de functie van commissaris der Provincie, de titel commissaris van de Koningin hadden de Duitsers uiteraard afgeschaft. Voor die positie was ook Jan Dekker enige tijd serieus in de running. Een wel bijzonder welkome Meikever en aanwinst voor de eilandelijke NSB was de Zierikzeese huisarts C.J.M. Boogerd. Deze zoon uit een geslacht van Schouwse herenboeren was gemeenteraadslid geweest, welke functie hij had opgegeven om lid te worden van Provinciale Staten voor de liberalen. Zijn opmerkelijke omme zwaai naar de NSB verklaarde hij in een brochure Van partijman tot Nationaal- Socialist, die in een oplaag van 50 000 exemplaren door de beweging zou worden verspreid. Het enigszins wollige verhaal van Boogerd kwam op het volgende neer: 1. De Engelsen kunnen de oorlog met Duitsland onmogelijk winnen 2. Nederland zal moeten leven met een door Duitsland gedomineerd Europa 3. Om iets van de Nederlandse cultuur te kunnen behouden moet het volk zich achter één partij scharen 4. Die partij kan alleen maar de NSB zijn Door de voorbeeldfunctie van notabelen als Ilcken en Boogerd won de NSB op het 92

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2016 | | pagina 98