te zijn, dat tegenwoordig alleen nog maar wordt aangeboden. Bepaalde klanten
wilden toen al niet anders dan langbrood.
Een probleem ontstond wanneer de vraag groter was dan het aanbod. Maar als
dorpsbakkers wilde men elkaar, in noodgevallen, wel helpen. Zo collegiaal was
men wel.
Al in de jaren 1950 bakte Johannis Rotte zogenaamde casinobroden. Het waren ronde
en vierkante modellen, gebakken in afgesloten bussen. Niet dat de vraag ernaar zo
groot was, slechts af en toe dook zo'n model weer eens op. Het verdwijnen van de
landarbeider is ook debet aan slechts de herinnering aan de grote broden. Sinds de
jaren I960 maakten zij de overstap naar de fabriek of naar de havens in Rotterdam.
Daar viel namelijk veel meer te verdienen dan bij de boer, die trouwens door
de opkomende automatisering ook niet zat te springen om arbeiders. Gaandeweg
bepaalde de vraag naar smal en lang brood het bakkersaanbod. Zo verdwenen de
(zwarte) broodblikken naar zolder of werden opgeruimd. Gewoon omdat er geen
vraag meer naar was.
Noten
104
1 Hoewel los van het voorvaderlijk vak, blijf ik als telg uit de Zeeuwse bakkersdynastie Rotte, hevig
geïnteresseerd in de bakkerijhistorie in het algemeen. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet
gaan kan. Daartoe verschenen van mijn hand twee bakkerijstudies: Een lopend (oven-)vuur)
Bakkerij Rotte familiekroniek. Bakkers sinds 1857 (eigen uitgave: Aalten, februari 1989). Daarin
worden uitvoerig de acht bakkerijen Rotte in de provincie Zeeland beschreven.
Recentelijk (2015) het tweedelig werk: Bakkers op de hoek én in een pastorietuin (eigen uitgave:
Aalten, maart 2015). Een negental bakkers in ganzenpas. Het betreft hier het ontstaan van een
dorpsbakkerij in 1850 waarvan in 1975 definitief de oven werd gedoofd. Schrijver dezes is de
zoon van laatste bakker, Joh. Rotte (J14-2-1983) aan de Kerkring te Nieuwerkerk (Zld.). Uit deze
studies, naast nog enige aanvullende bakkersliteratuur, werd grotendeels geput voor het schrijven
van dit artikel.
2 Mee smaek verteld en nog 12 recepten van Zeeuwsche lekkernijensamengesteld door voormalig
bakker Piet Karman, Goes, 2011, p.94.
3 Dr. Ha. C.M. Ghijsen, onder redactie van, Woordenboek der Zeeuwse Dialecten, Krabbendijke, 9de
druk, pag. 577 en 578. Alle gegevens die te maken hebben met de Zeeuwse 'Mekkebakker'.
4 J.J. Voskuil e.a.: Twaalf bakkers en twee bakkersdochtersW. Beenakker te Kloetinge, p.19 en 20.
Onderstaande citaten in enigszins aangepaste versie.