monument opgericht. Onlangs werden in het plaveisel voor de huizen waar de drieëntwintig het laatst vrijwillig gewoond hebben struikelstenen ingemetseld, Stolpersteine, met op een messing plaatje de naam. het geboortejaar en de sterfdatum van het slachtoffer. Door op deze manier de naam van een oorlogsslachtoffer te koppelen aan een huis, een straat, een woonomgeving, wordt nog duidelijker gemaakt dat het gewone inwoners van het eiland waren die deel uitmaakten van de lokale gemeenschap. Beschietingen boten Tijdens de Slag om Zeeland in mei 1940 kreeg de provincie zware klappen te verduren. De moderne vloot van de Provinciale Stoombootdiensten (PSD) werd in enkele dagen op de Westerschelde bijna volledig verwoest. Later werd op de Oosterschelde de veerboot Katseveer-Zierikzee door bommen tot zinken gebracht en nog andere beschoten. De veerboot van de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij (RTM) Zijpe-Numansdorp werd eveneens onder vuur genomen. Er waren slachtoffers te betreuren, maar niet uit Schouwen-Duiveland. Tijdens de bezetting bleven de veerboten varen, ook al werd het steeds gevaarlijker. Geallieerde vliegtuigen schoten op alles wat met vervoer te maken had maar de leiding van de RTM wilde toch alle diensten in stand houden. Bij de volgende bombardementen waren wel slachtoffers uit Schouwen-Duiveland te betreuren. Vrijdag, 3 september 1943 was een zwarte dag voor Zierikzee en omstreken. Rond kwart voor acht werd de veerboot (ook de spoorboot genoemd) ss Prins Hendrik op weg van Zierikzee naar Katseveer (Zuid-Beveland) met burgerpassagiers en Duitse militairen nabij de Leendert Abrahampolder (zuidoosthoek van Noord-Beveland) door zeven geallieerde vliegtuigen van het type Hawker Typhoon beschoten. Na door drie bommen getroffen te zijn zonk de boot in korte tijd. Van de zeventien passagiers (onder wie twee Duitse militairen) en de tien bemanningsleden overleefden maar zes mensen de aanval. Zij werden per sleepboot naar Zierikzee gebracht. Op de kade van de Nieuwe Haven had zich inmiddels een mensenmassa verzameld, voornamelijk familieleden van hen die 's morgens met de spoorboot vertrokken waren, en angstig aan de bemanning vroegen of hun man, zoon of een ander familielid ook gered was. Helaas kon er slechts in enkele gevallen een bevestigend antwoord worden gegeven. De omgekomen bemanningsleden waren de stuurman, twee machinisten, de hofmeester, de hofmeesterbediende en een matroos, allen uit Zierikzee. Het schip ligt nog steeds op dertig meter diepte. Omdat de ramp had plaatsgehad op grondgebied van de gemeente Kortgene heeft het bestuur van die gemeente herhaaldelijk pogingen ondernomen om het wrak van de Prins Hendrik te doen lichten, om alle lijken geborgen te krijgen. Deze pogingen hebben tot op heden geen resultaat gehad. De omgekomenen zijn vermeld in de tabel achter dit artikel. Op maandag 13 september 1943 werd de vrachtboot Schouwen-Duiveland door een geallieerde beschieting getroffen waarbij de stoker Anthonie Cornelis Haeck uit Bruinisse om het leven kwam, oud 46 jaar. Donderdag 16 september 1943. De spoorboot ss Zuiderzee zou 's avonds om kwart voor zeven vanaf Katseveer naar Zierikzee vertrekken maar werd kort daarop door geallieerde vliegtuigen beschoten. Twee personen werden daarbij gedood, onder wie de kassier van de Boerenleenbank uit Eikerzee, D.M. Padmos, 31 jaar. Op zaterdagmiddag 13 november 1943 om 16.05 uur voer een konvooi van twee R.T.M.-veerboten, de ss Willemstad en ss Minister Lely uit Numansdorp, het 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 116