Brouwershaven en was actief in het verzet. Hetzelfde gold voor de twee broers L.
en J. Jonker uit Haamstede en voor de al genoemde Padmos uit Renesse. Via een
aan de Duitsers onbekende telefoonverbinding was door de Zierikzeese verzetsman
Minkema met de Engelsen afgesproken dat deze personen met een bootje zouden
worden opgepikt op een stukje strand ten zuidwesten van Zierikzee. Lazonder,
Oudkerk, De Glopper, Van der Klooster, de gebroeders Jonker en het echtpaar
Wisse trokken via Looperskapelle, Brijdorpe en Kerkwerve naar de Boerenweg in
Zierikzee. In een dijkwoning onderaan de zeedijk ontmoetten ze Boot, Padmos
en de politieagent Menke van der Beek uit Zierikzee. De laatste maakte deel uit
van het lokale verzet en was de man achter het illegale blaadje Vrije Stemmen van
Schouwen-Duiveland. Hij had min of meer de leiding van de ontsnappingspoging.
Van der Beek had nog vier mensen bij zich: drie inzittenden van geallieerde
vliegtuigen die op het eiland waren gestrand: Bernard Black, Philip Hudson
en Herman de Leeuw, een Nederlander in Engelse dienst, en ook nog een
gedeserteerde Armeniër, Jork Mikinjan. Deze laatste was betrokken bij een plan
waarbij de Armeense bezettingstroepen zouden deserteren en samen met het
Nederlandse verzet de Duitse troepen in de Westhoek zouden overmeesteren. De
eerste evacuatiepoging op de avond van 6 december mislukte. De dag daarop werd
een nieuwe poging gedaan maar opnieuw ging er van alles mis. De boot met de
Engelse commando's kwam tot vlakbij het afgesproken punt maar slaagde er niet
in contact te maken met de groep aan de dijk. De vluchtelingen besloten terug te
gaan naar Zierikzee. Wisse en zijn vrouw liepen voorop en werden door een Duitse
patrouille aangehouden maar doorgelaten. De anderen waren minder gelukkig.
De Duitsers hadden de boot inmiddels opgemerkt en hulptroepen gealarmeerd
die de woning omsingelden. Er ontstond een kort maar hevig vuurgevecht waarbij
Lazonder ernstig gewond raakte. De drie militairen en De Glopper ontsnapten, de
andere elf werden gearresteerd.
Het feit dat zich onder de arrestanten een gewapende Nederlandse politieagent en
een gedeserteerde Armeniër bevonden, werd door de Duitsers hoog opgenomen.
De mannen werden de volgende dag naar Middelharnis overgebracht. Tijdens de
tocht sprong Mikinjan overboord; hij is vermoedelijk verdronken. De andere tien
werden daar door een militaire rechtbank wegens 'begunstiging van de vijand, in
samenwerking met een terroristengroep' ter dood veroordeeld. Dit vonnis werd de
volgende dag, zondagmiddag rond 13-00 uur in Renesse voltrokken.
Ongelukken na de bevrijding
Na de bevrijding waren de Duitsers wel verdwenen, maar op het eiland vond
men overal nog explosieven. Op de stranden en in de duinen waar de Duitsers
uitgestrekte mijnenvelden hadden aangelegd, langs de dijken, in neergestorte
vliegtuigen en in wapendepots. Het verwijderen daarvan en het mijnenvrij verklaren
van deze gebieden nam maanden in beslag. Veel inwoners zijn ten gevolge van dit
achtergelaten wapentuig omgekomen. Soms waren het noodlottige ongelukken,
maar soms ging het mis door onvoorzichtigheid of bravoure.
D.W. Schults, broer van de in een concentratiekamp omgekomen J.N. Schults, was
geëvacueerd'in Zevenbergen toen dat eind 1944 door de geallieerden werd bevrijd.
Hij gaf zich op als vrijwillig mijnenruimer, maar verloor bij een explosie aan de
Schansdijk zijn beide handen. Deze knappe en vlotte jongen was plotseling volledig
afhankelijk van anderen geworden en vond dat een ondraaglijk vooruitzicht. De
officiële versie is dat hij in Etten-Leur per ongeluk in een kanaal terecht kwam, waar
123