'DE ZAAK VOLLGRAFF' Rumoer rond dr. J.A. Vollgraff, leraar aan de Hogere Burgerschool te Zierikzee, 1905-1906 door Huib Uil Het begin van de twintigste eeuw liet in Nederland talrijke spanningen zien op politiek gebied. De liberalen hadden in een groot deel van de negentiende eeuw het krachtenveld beheerst. In de laatste decennia van die eeuw eisten de christelijke partijen hun plaats op. De orthodox-protestanten, georganiseerd in de Anti-Revolutionaire Partij, en de rooms-katholieken slaagden erin de liberalen terug te dringen. Ook verloren de liberalen aan de linkerzijde waar de socialisten hun plaats opeisten, zij het dat dit verlies nog gering was. Op Schouwen-Duiveland bleven de liberalen in de meerderheid. De landelijke verschuivingen leken de lokale politiek in Zierikzee nauwelijks te raken. Hadden de liberalen de Zierikzeese gemeenteraad lang beheerst, dit liberale front begon rond de eeuwwisseling tal van scheuren te vertonen. Hier was het niet de opkomst van de christelijke partijen maar de onderlinge tegenstellingen die een rumoer veroorzaakten dat ongekend was. 'De zaak Vollgraff' legde in 1905 en 1906 de onderhuidse spanningen bloot. De gemeenteraad van Zierikzee Zierikzee maakte in het begin van de twintigste eeuw weinig florissante tijden door. In 1906 zakte het aantal inwoners onder de zevenduizend. Een vertrekoverschot was daarvan de oorzaak. De belangrijkste bron van inkomsten was de centrumfunctie van de stad voor het eiland, dat geheel op de landbouw was georiënteerd. De nijverheid was beperkt in omvang, visserij was er nauwelijks. Alleen de handel in landbouwproducten was gunstig. De in 1901 tot stand gekomen tramlijn van Zijpe naar Zierikzee en Brouwershaven was een belangrijke verbetering maar had de economie geen grote impuls gegeven. De gemeenteraad bestond uit dertien leden, bijna allen liberalen. De enige uitzondering was W.C. de Crane, die rooms-katholiek was geworden. Uit respect voor zijn persoon en ook om dat volksdeel vertegenwoordigd te laten zijn, had hij zijn raadszetel behouden. Ook al omdat zijn stemgedrag niet of nauwelijks afweek van dat van de liberalen met wie de verstandhouding goed bleef. De antirevolutionairen waren niet vertegenwoordigd. Bij verkiezingen legden zij het steevast af tegen de andere kandidaten. Het kiesstelsel, waarbij de raadsleden niet collectief maar periodiek aftraden, was daarbij in hun nadeel. Pas in 1910 kwam de eerste antirevolutionair in de raad met de verkiezing van A. Timmerman Cz. Het liberale blok was vanaf 1891 geen eenheid meer. In dat jaar was naast de Liberale Kiesvereniging een tweede liberale kiesvereniging opgericht onder de naam 'Gemeentebelang'. Die ging weliswaar te niet, maar in 1899 werd een nieuwe opgericht met een iets andere naam: 'Ons Gemeentebelang'. Hun voorman was de landbouwer L. Koopman Cz., die in dat jaar lid werd van de raad. In 1903 kreeg Zierikzee een Vrijzinnig-Democratische Kiesvereniging. Zij vertegenwoordigde de landelijke partij die twee jaar eerder was gevormd uit links-liberalen. Zij kreeg in 1905 haar eerste raadszetel die bezet werd door de arts J. de Vrieze. De leden die 50

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 52