zich verwant wisten met de Liberale Unie bleven in de meerderheid. Prominente vertegenwoordigers waren de juristen mr. A.J.F. Fokker, mr. H.C. Moolenburgh en mr. D. van der Vliet. De eerste en de laatste waren nauw verbonden aan het Waterschap Schouwen als ontvanger-griffier respectievelijk voorzitter. Fokker fungeerde daarbij als spin in het web want bij hem kwamen ook andere lijnen samen. Hij was onder meer voorzitter van de Liberale Kiesvereniging in Zierikzee en van de Centrale Liberale Kiesverenigingen op het eiland. Bovendien was hij president-commissaris van de N.V. Zierikzeesche Nieuwsbode, de uitgeefster van de gelijknamige krant. De positie van deze belangrijkste krant op het eiland kan moeilijk onderschat worden. Ze verkondigde een expliciet liberaal geluid. Aandeelhouders waren onder meer W.C. de Crane en mr. H.C. Moolenburgh. In 1905 waren Moolenburgh en Van der Vliet wethouders. Burgemeester was sinds 1890 Ch.W. Vermeijs, officieel ook liberaal. De Hogere Burgerschool Sinds 1869 kende Zierikzee een Hogere Burgerschool (HBS), die uitging van de gemeente en subsidie kreeg van het rijk. Deze nieuwe vorm van voortgezet onderwijs was mogelijk dankzij de Wet op het middelbaar onderwijs van 1863, een van de wetten verwezenlijkt door de liberale voorman mr. J.R. Thorbecke. Met de nieuwe school, met een vijfjarige cursus, werd tegemoetgekomen aan de wens vanuit de burgerij om een degelijke school te hebben voor leergierige jongens en later ook meisjes. Directeur was G. Kok jr., tot dan hoofd van de Franse school. Naast hem werden tien leraren benoemd. De vijfjarige HBS gaf algemeen vormend onderwijs maar was voor een groot deel mathematisch-natuurwetenschappelijk gericht. Wiskunde, natuurkunde, mechanica en scheikunde werden beschouwd als belangrijke vakken, die op hoog niveau werden gedoceerd. Werd daaraan een derde deel van de tijd besteed, een ander derde deel was gewijd aan de talen Nederlands, Frans, Engels en Duits. Het laatste deel was bestemd voor geschiedenis, aardrijkskunde, staatsinrichting, handelswetenschappen, tekenen en gymnastiek. Pas in 1925 kreeg de HBS een literair-economische richting in de vorm van een afdeling A, waarbij de bestaande afdeling B werd genoemd. Een deel van de leraren gaf ook les aan de Avondschool voor Vakonderwijs, beter bekend als de Burgeravondschool. De HBS was gebouwd achter de ambtswoning van de directeur aan de Poststraat. De eindexamens werden om beurten afgenomen in Middelburg, Goes en Zierikzee, de enige Zeeuwse steden met een HBS De beroemdste leerling was Pieter Zeeman die in 1882 eindexamen deed. In 1902 ontving hij, met zijn leermeester H.A. Lorentz, de Nobelprijs. Zeeman werd hoogleraar in Amsterdam. Kok, die in 1901 overleed, werd als directeur opgevolgd door J.A. de Bruyne, op dat moment de een na oudste leraar, die lesgaf in aardrijkskunde, geschiedenis en staatswetenschappen. Op onderwijsgebied genoot De Bruyne groot gezag. Zo was hij in 1881 medeoprichter en achtereenvolgens bestuurslid, secretaris en voorzitter van de Ambachtsschool. De Bruyne had ook politieke aspiraties. Hij was in 1901 namens de liberalen kandidaat voor de Tweede Kamer in het kiesdistrict Zierikzee. Het werd een gevoelige nederlaag want niet hij maar de antirevolutionair jhr. mr. J.J. Pompe van Meerdervoort werd gekozen. Velen meenden dat De Bruynes niet altijd tactische uitspraken daaraan debet waren geweest. Het kiesdistrict Zierikzee, dat Schouwen- Duiveland en Goeree-Overflakkee omvatte, was vrijwel altijd liberaal geweest. In 1905 werd het district terugveroverd met de verkiezing van de liberaal mr. R.J.H. 51

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 53