Patijn. Pikant was dat De Bruyne kort na zijn verkiezingsnederlaag van de Liberale Unie overging naar de Vrijzinnig Democratische Bond. Deze was door links liberalen opgericht in 1901. Van de in Zierikzee opgerichte kiesvereniging werd hij voorzitter, wat hij tot dan was geweest van de Liberale Kiesvereniging. De liberale elite nam hem zijn overstap niet in dank af. Was de HBS in 1869 begonnen met 48 leerlingen, begin 1905 was dat aantal gestegen tot 83 (65 jongens en 18 meisjes). Het zou nog verder stijgen en in 1906 werd het aantal van honderd gepasseerd. Daaronder waren ook altijd toehoorders die slechts een deel van de lessen bijwoonden en geen examen deden. In 1905 waren dat er twaalf, in 1906 dertien. Voor het jA. de Bruyne (Collectie Gemeente Archief Schouwen- eindexamen slaagden in 1905 alle Duiveland, gasd) vier kandidaten. Als schakel tussen de school en het gemeentebestuur fungeerde de Commissie van Toezicht op het middelbaai onderwijs. Deze bestond uit zeven leden, onder wie twee raadsleden, mr. A.J.F. Fokker en de arts J. de Vrieze. In 1905 werd F.A. Kloppert, ingenieur bij de Provinciale Waterstaat, voorzitter in plaats van de arts dr. A. van der Hoeven, die lid bleef. De overige leden waren mr. J.C. Immink, griffier van de arrondissementsrechtbank; jhr.mr. J.W.C. de Jonge van Ellemeet, rechter in diezelfde rechtbank en H. Slot, schoolopziener van het lager onderwijs. Immink was in 1905 Slot opgevolgd als secretaris. Het was de taak van de commissie om toezicht te houden op onder meer de HBS en om de gemeente te adviseren in alle schoolzaken. De commissie had een belangrijke positie want ze besliste, samen met de directeur en de leraren, ieder jaar over de overgang van de leerlingen. Ook had de commissie een adviesrecht ten aanzien van nieuw personeel. De benoeming van de directeur en de leraren geschiedde door de gemeenteraad op voordracht van het college van burgemeester en wethouders (B en W). Een belangrijke rol was weggelegd voor de inspecteur van het Middelbaar Onderwijs, K. ten Bruggencate in Den Haag. Hij was eerder leraar Engels en auteur van het tweedelige handwoordenboek Engels-Nederlands en Nederlands-Engels dat, in aangepaste vorm, nog steeds gebruikt wordt. Ten Bruggencate was inspecteur sinds 1900 en had zes provincies onder zijn hoede. Hij stond in Zierikzee bekend als 'het gele gevaar' vanwege zijn tanige gelaatskleur en kleine gestalte. Eenmaal per jaar bezocht hij de Zierikzeese HBS, vertoefde dan de hele dag op school en dineerde 's avonds bij de directeur. 52

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 54