benoeming voor een jaar, dat wil zeggen van 1 april 1905 tot 1 april 1906. In die periode kon hij tonen de nodige geschiktheid te hebben voor het geven van onderwijs. Johan Adriaan Vollgraff (1877- 1965) was op het moment van zijn benoeming bijna 29 jaar oud. Hij was geboren in Haarlem. Zijn vader, Johann Christoph Vollgraff ('s-Gravenhage 1848-Utrecht 1920), was classicus, in 1870 gepromoveerd en in Haarlem docent aan het gymnasium. Het gezin verhuisde in 1878 naar Leiden waar pa Vollgraff conrector van het gymnasium werd. In 1883 werd hij buitengewoon hoogleraar Latijnse taal- en letterkunde aan de Vrije Universiteit in Brussel en vijf jaar later gewoon hoogleraar. In 1902 werd Vollgraff hoogleraar Griekse taal- en letterkunde aan de Rijksuniversiteit in Utrecht. Dat bleef hij tot 1917 toen Dr. J.A. Vollgraff, 1908 (Universiteit Leiden) hij werd opgevolgd door zijn Zoon Carl Wilhelm Vollgraff (Haarlem 1876-Zeist 1967), die eerder professor was in Groningen. Johan Adriaan Vollgraff studeerde aan de Vrije Universiteit in Brussel en stapte daarna over naar Leiden waar hij wis- en natuurkunde studeerde. Hij werd assistent van professor H.A. Lorentz, die in 1902, samen met Pieter Zeeman, de Nobelprijs had gewonnen. In 1903 promoveerde Vollgraff op een proefschiilt met als titel. Over de theorie der electromagnetische draaiingen en der unipolaire inductieeen onderzoek dat aansloot bij dat van zijn leermeester. Evenals Naber had hij naar de baan in Hoorn gesolliciteerd, maar was op de voordracht, na Naber, als tweede geplaatst. Op 10 april 1905 arriveerde Vollgraff in Zierikzee en leverde zijn brief in waarbij hij de benoeming aannam. Hij werd kostganger bij de weduwe E.J.F.H. Ochtman-Cornet. Haar echtgenoot, S.J. Ochtman, was winkelier in manufacturen en zes jaar eerder overleden. De zaak had zij voortgezet maar was weinig florerend. Daarom kon ze een kostganger goed gebruiken.1 Voor een benoeming aan de Burgeravondschool wilde Vollgraff niet in aanmerking komen. Vermoedelijk om zich geheel te kunnen wijden aan zijn docentschap aan de HBS. Ordeproblemen De cursus 1904-1905 was bijna ten einde, zodat Vollgraff zich nog wat kon inwerken. Aan hem was de taak om onder meer te zorgen dat in het nieuwe cursusjaar de elf leerlingen van de vijfde klas voor hun eindexamen zouden slagen. De start was voor de kersverse leraar Vollgraff geen succes. Er was sprake van dat de orde in de klassen te wensen overliet. Dat gold ook voor mejuffrouw Valeton. Johanna Wilhelmina Margaretha Valeton uit Arnhem was even na Vollgraff begonnen als 55

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 57