Mr. Fokker vond dat op deze wijze dr. Vollgraff de zondebok van alles zou worden. Hij wees erop dat Vollgraff 'goed gehandeld heeft, waar hij geen der raadsleden bezocht'. Fokker bleef tegen het voorstel. Koopman wilde Vollgraff de gelegenheid geven om voor 1 september alsnog zijn ontslag aan te vragen. Burgemeester Vermeijs raakte opnieuw geïrriteerd en maakte een verwijt naar de opponerende raadsleden: 'Zij willen orde, maar de oorzaak van de wanorde niet wegnemen.' Hij wees erop dat Vollgraff geen ontslag wilde vragen. Het raadslid W. ten Haaf meldde dat inmiddels bekend was dat dr. Vollgraff in Amersfoort had gesolliciteerd. Die uitslag wilde hij afwachten. De burgemeester vond dat ongewenst en zei, daarin ondersteund door wethouder Moolenburgh, dat Vollgraff niet benoemd zou worden. Ten Haaf kondigde niettemin aan te zullen voorstellen het voorstel aan te houden tot de volgende vergadering. Na heropening kwam het voorstel van Ten Haaf in de openbare vergadering in stemming. Met vijf tegen vijf staakten de stemmen. De publieke opinie Dr. Vollgraff was wellicht enigszins opgelucht, directeur De Bruyne was dat geenszins. De volgende dag, 3 juli, arriveerde een brief van hem bij Burgemeester en Wethouders. Hij wees op de onhoudbare toestand dat hij alle lessen van dr. Vollgraff moest bijwonen. Goed lesgeven door hem was onmogelijk geworden. In plaats van de aandacht van zijn leerlingen bezig te houden, lokte Vollgraff door zijn 'alleronhandigst optreden de wanorde als 't ware voortdurend' uit. Omdat het ontslag per 1 september onzeker was geworden, werd de directeur in grote problemen gebracht. De Bruyne luchtte zijn hart: 'Ik had niet kunnen vermoeden dat er ook nog in den Raad aanhangers zouden zijn van de meening, dat zonder strenge orde onderwijs goede vruchten kan dragen.' Ontslag was de enige maatregel 62 HMmm Ch.W. Vermeijs, ca. 1895 (GASD SP 0603)

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 64