Oorlogsschade aan de achterzijde van de Sint Domusstraat (GASD ZS 0190) km/u), vanuit het noordoosten. De bemanning vloog dus tegen de wind in naar Zeebrugge. Het eerste deel van de vlucht zagen ze een heldere maan, maar het zicht naar beneden werd beperkt door laaghangende mist. De sterren waren wel duidelijk zichtbaar. Darley hierover: 'Above the ground mist you could see the stars but there was a thick ground mist.'10 [Boven de grondmist kon je de sterren zien, maar er was sprake van een laaghangende dichte mist.] Zijn waarnemer McKimmie Young beaamde dat het zicht naar beneden slecht was, 'Very dud, Sir, a thick mist.'11 [Erg slecht mijnheer, een dichte mist.] Op de vraag of hij de kustlijn kon zien tijdens zijn vlucht, verklaarde hij: 'I saw the coast line right up to Ostend and picked it up again at Zeebrugge.'12 [Ik zag de kustlijn tot aan Oostende en pikte hem weer op bij Zeebrugge.] Deze passage vormt een belangrijk stukje van de puzzel waarom het die nacht zo mis ging. McKimmie Young gaf hier namelijk zelf aan dat hij tijdens een deel van de heenvlucht de kustlijn uit het zicht was verloren. Maar hoe wist de Short Bomber in vijf kwartier Zierikzee te bereiken, een stad die hemelsbreed ongeveer 125 kilometer van Coudekerque ligt? Om hiervoor een verklaring te vinden moeten we kijken naar de windcondities van die nacht. Uit de verklaring van McKimmie Young blijkt dat hij vanaf Oostende de kustlijn uit het oog verloor. De bemanning realiseerde zich waarschijnlijk niet dat de wind inmiddels was gedraaid naar het zuidwesten. In de veronderstelling tegen de wind in de goede kant op te vliegen, duwde de wind ze juist richting Zeeland. Al is het beter te spreken van een briesje, want de wind veranderde waarschijnlijk niet alleen van richting, hij nam ook in kracht af. 77

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2017 | | pagina 79