Het is een bekend gegeven dat op grote hoogte de wind uit een andere richting
kan komen. Het weer boven de Noordzee is bovendien berucht om zijn grillige
karakter. De wind kan hier plotseling van richting veranderen en ook het zicht kan
ineens veel minder worden. Dat gebeurde ook in de nacht van 29 op 30 april: om
04.20 uur was de wind bij Duinkerken naar het westen gedraaid en was volgens
de Britse meteorologische dienst afgenomen naar 5 tot 10 zeemijlen per uur. In
de tussenliggende tijd was de bewolking toegenomen en het zicht verslechterd:
'Unsuitable for cross country flying.'13 [Ongeschikt voor vluchten over land waarbij
genavigeerd moet worden.]
De Nieuwe Rotterdamsche Courant publiceerde op 15 mei 1917 gegevens van het
KNMI waaruit bleek dat die ochtend bij Zierikzee eveneens sprake was van een
flauwe wind van zo'n 10 km/u uit westzuidwestelijke richting: 'Indien dus deze twee
vliegtuigen degenen zijn die onder verdenking stonden dan hebben zij derhalve
gevlogen van Duinkerken naar Zeebrugge in de meening met een krachtigen
tegenwind te doen te hebben, doch zij hadden den wind mee zoodat vergissing
ten aanzien van "het welbekende doelwit" (CP: Zierikzee in plaats van Zeebrugge)
niet alleen niet uitgesloten, doch zelfs waarschijnlijk zou moeten worden geacht.'14
Het lijkt dus aannemelijk dat de wind tijdens de vlucht is gedraaid. Rugwind of
tegenwind kan een groot verschil uitmaken in de afstand die een vliegtuig in een
bepaalde tijd kan afleggen, de zogeheten grondsnelheid. Bij tegenwind wordt de
windsnelheid in mindering gebracht bij de vliegsnelheid, maar bij rugwind wordt
deze er juist bij opgeteld.
Niettemin is het opmerkelijk dat de Short Bomber die Zeebrugge wel wist te vinden
hier een uur en vijf minuten over deed, terwijl luitenant Darley in een uur en
veertien minuten Zierikzee wist te bereiken, bijna de dubbele afstand. Als gezegd
bedraagt de afstand tussen Coudekerque en Zierikzee hemelsbreed ongeveer 125
kilometer. Als we de zeven a acht minuten in mindering brengen die nodig waren
om op hoogte te komen, dan betekent dit dat de Short Bomber effectief in een uur
en zes minuten deze afstand wist te overbruggen. Dat houdt in dat zijn gemiddelde
snelheid op circa 113 km/u lag, terwijl de topsnelheid van een Short Bomber
124 km/u bedroeg. Zelfs al hadden Darley en McKimmie Young een deel van de
heenreis meewind - en uit de beschikbare gegevens lijkt het niet waarschijnlijk dat
deze meer dan 20 km/u bedroeg - dan nog hebben zij deze afstand opmerkelijk
snel afgelegd.
De veranderde windcondities schopten waarschijnlijk hun vluchtplanning in de
war, zonder dat ze zich daarvan bewust waren. Omdat ze op tegenwind rekenden
gingen ze ervan uit dat het langer zou duren om Zeebrugge te bereiken. Door de
laaghangende mist konden Darley en McKimmie Young zich niet oriënteren op
het landschap. Zodoende hadden ze niet door dat ze onderweg geen tegenwind,
maar vermoedelijk lichte rugwind hadden. Toen ze de kust weer in zicht kregen,
waren ze al veel verder doorgevlogen dan ze vermoedden. In de tussenliggende
periode dat ze de kustlijn uit het oog waren verloren, hadden ze dus niet de afstand
Oostende-Zeebrugge afgelegd, maar waren ze boven Zierikzee verzeild geraakt.
Het nachtelijk navigeren was zeker in die tijd geen sinecure. In 1917 waren de
navigatiehulpmiddelen nog nauwelijks ontwikkeld en bovendien was het 's nachts
vanwege de verduisteringsmaatregelen aardedonker boven West-Europa. Bij een
nachtelijke vlucht is de kans op desoriëntatie sowieso veel groter dan onder
daglichtomstandigheden. In het donker zijn er namelijk veel minder referentiepunten,
zoals de horizon of landschapskenmerken, die helpen bij de oriëntatie. En in het
78