T? C j>i jr*> Hanze - -' T5ïïi,-:..__ V4 voor hem en zijn goederen tijdens zijn reis. In de middeleeuwen waren dit soort orivileees belangrijk. Deze bron duidde er dan ook op dat kooplieden uit Hambu g m^ regelmaat Zierikzee aandeden. Anders was er geen reden voor een dergelijk vrijgeleide geweest. Het is interessant dat in de oorkonde specifiek wordt vermeld dat niet alleen kooplieden uit Hamburg een vrijgeleide zouden ontvangen, maar dat iedereen die over de Elbe naar Zierikzee zou komen van het vrijgeleide gebruik kon maken. Dit had verstrekkende gevolgen voor de betekenis van de °orko^ n Hamburg was als Hanzestad belangrijk: het werd van de Hanze Daarnaast had de stad een verdrag met Lubeck gesloten. Goecl(^" Trden rntfit Oostzee via de Trave naar Lübeck gebracht, vandaar over land naar de Elbe vervoerd om zo via Hamburg verder te worden doorgevoeld. Dit venjrag word, weieens als he. begin van de Hanze gezien. He. was lastig en gevaarlijk om rond Denemarken te varen, waardoor de twee steden p deze manier controle hadden over de handel tussen de Oostzee en de Atlantische oceaan. Een vrijgeleide voor al het verkeer over de Elbe had hierdoor betrekki g Hetvalt'idet^ meef precies nate ^°arHioe Zierikzee zün ee,s.e handels,ela.ies nse. de Oostzee heeft opgebouwd. Op basis van wat er aan bronmateriaal is overgebleven S ha desondanks mogelijk om een waarschijnlijk scenario te reconsimeren. Tav de Vlaamse lakenhandelaren gebruikmaak,en van Zeeuwse havens en tae, de handel steeds meer aan Zeeuwse handelaren werd uitbesteed, zaten de Duitse s ooflt s^ln het noorden van Duitsland waren zij in de loop van de tiende en elHe eeuw tegen een probleem aangelopen. Handel betekende dat kostbare soederen moesten worden getransporteerd. Hier waren risico s aan verbonden, feker omdat een handelaar buiten zijn eigen stad juridisch in sommige gevallen geen poot had om op ,e s,aan. Hij kon op verkillende manreren idachten ,ch m beschermen als hij in het buitenland was. Een manier was om bij zijn landsheer privileges te vergaren en bijvoorbeeld vast te laten leggen dat hij niet zomaar voor een v^emde rechter mocht worden gedaagd. Zierikzee had zoals we hebben gezien al een dergelijk voorrecht. Dit zal vooral voor de handel binnen Holland en Zeeland hebben geholpen, voor het buitenland moest er weer met lokale machthebbers worden onderhandeld. De Duitse steden hadden wel een duidelijke heer, de Duitse keizer, maar helaas was hij niet bij machte om deze beschermende rol op zich te nemen. In plaats daarvan besloten de Duitse handelaren als groep op te treden. Simpel gezegd kwam het erop neer dat verschillende Duitse steden privileges begonnen te vergaren die bestemd waren voor de Duitse kooplieden. Iedereen die zichzelf als Duitse koopman kon voordoen, kon aanspraak maken op deze voorrechten, zonder dat de stad waar de koopman vandaan kwam zelf een dergelijk privilege hoefde te hebben. De bescherming kwam vanuit de groep, ze stonden voor elkaar garant en zorgden dat ze in eikaars steden welkom waren voor zaken. Deel zijn van de Hanze betekende dat je bij deze groep hoorde en dat je van hun voorrechten gebruik kon maken. Er waren wel enkele voorwaarden voor dit lidmaatschap. Je moest uit het Duitse Rijk komen en dus onder de jurisdictie van de keizer vallen. Vanuit praktisch oogpunt was het ook belangrijk om het Nederduits machtig te zijn, het was makkelijker zakendoen met mensen die je kon verstaan. Zierikzee voldeed aan beide voorwaarden, het lag binnen het Heilige Roomse Rijk, aangezien de Hollandse graaf een leenman van de keizer was en er werd een taal gesproken die verstaanbaar was voor de handelaren van de Oostzee. Waarschijnlijk kwamen Zierikzee en de Hanze elkaar tegen toen de Hanzekooplieden zich ook met de handel tussen Vlaanderen en Engeland gingen bemoeien. Hierdoor konden er contacten ontstaan tussen Zierikzeese kooplieden en Hanzeaten zonder dat de Zierikzeeënaars hiervoor ver van huis hoefden te gaan. Wellicht waren zij in eerste instantie vooral makelaars die de Hanzeaten op lokaal niveau hielpen met hun zaken. Door dit zakelijke contact zaten zij opeens in het Hanzenetwerk met alle voordelen van dien. Zo konden zij kennis opdoen over de andere uithoeken van het Hanzenetwerk. Een van die uithoeken was cle haringmarkt op Schonen. In wat nu Zuid-Zweden is, zwom elk jaar zoveel haring langs, dat de schepen erop vastliepen. Half Denemarken trok elk jaar naar Schonen om daar haring te vangen en te verkopen. Door de haring te pekelen kon de haringmarkt van Schonen heel West-Europa van vis voorzien. De Deense koning reguleerde de haringvangst bij Schonen sterk. Dit deed hij omdat hij haringhandel wilde belasten. Dat was echter alleen mogelijk als de haring aan land werd gebracht. Er ontstond hierdoor een systeem waarbij de Denen visten en hun vangst aan land brachten. Op het strand was het de buitenlandse kooplieden toegestaan de haring te kopen en te verwerken. Op deze manier was de Deense koning in staat de handel te belasten. Ook de Hanze had baat bij deze gang van zaken omdat deze werkwijze het mogelijk maakte de productie te reguleren en een hoge kwaliteit te garanderen. Die hoge kwaliteit zorgde ervoor dat haring uit Schonen een goede naam had en een aantal steden in hun wetgeving zelfs onderscheid maakte tussen Schoonse haring en haring van elders. Een Zierikzeeënaar met connecties binnen de Hanze kon ook op deze markt opereren. Doordat hij zich als Hanzeaat kon voordoen, werd hij beschermd door alle privileges die de Hanze in deze markt had vergaard. De kwaliteit van het product en de behoefte aan vis in een christelijke samenleving zorgden voor een gegarandeerde afzetmarkt en dus een zekere winst. Dit alles maakte de vaart naar Schonen aantrekkelijk voor de Zierikzeeënaars. Het eerste bewijs dat haring uit Schonen ook daadwerkelijk naar Zierikzee werd gebracht, is een oorkonde van het stadsbestuur uit 1368. Hierin werd een extra belasting op haring uit Schonen 21 Legenda 0 £-m«. Mfl rm Tft erot« \ixaAfixyt»tta 0 HuuHtid - pcb—fwwt) rpus» Hom burg ^Jjg' OLÜ..W» H^t"f.Vafn*^T °Tf? tTf^ Tl"-O, l-- KnuSenë1 Kaart van Hanzesteden en handelsroutes 20

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 12