afgekondigd om de kosten van de stad in het Oostzeegebied kunnen dekken.' wf kunnen hiermee geen inschatting maken over hoe be angnjk de handel met Sonen was voor delad, maar het geeft wel aan dat Zierikzee betrokken was bi, fn 1355benoemded^graaf van Holland een voogd op Schonen voor zijn onderdanen akdaar De ^aak van deze voogd werd beschreven als zijnde een voorspreker voor 1 burgers van zLikzee op ichonen. De belangrijkste reden om een dergelijke voorspfeker te benoemen zullen de mogelijke conflicten met ^dere kooplieden geweest Door een dergelijk figuur aan te wijzen, waren de Hollanders, en OndaltkfhSgrotebeSïg van de haringmarkt was dit niet de enige markt in het OostzeegeSed waar de Zierikzeeënaars aan deelnamen. Ook in de graanhandel mef pmfsen waron de Zierikzeeënaars duidelijk actief. Zo kreeg de stad Danzig het verzoek een Zierikzeeënaar te beschermen. Helaas ontbreekt de datum van verzoek maar vermoedelijk dateerde het van het einde van de veertiende eeuw, 1391 wist een aantal Zierikzeeënaars het voor elkaar te krijgen ontzien te gorden L een vaa^erbod op Danzig, omdat ze een burger van de stad bereid vonden op schrift te laten stellen dat hij garant voor hen stond. We zien hier de verwikkeling van een hTndeÏnemerk en een persoonlijk netwerk: de ultieme kracht van de Hanze waarmee Zierikzeeënaars hun zaken in de Oostzee konden beschermen. 1493 waren twee Zierikzeeënaars met een lading zout uit hetwesten Danzig Was dit wellicht een lading zout uit Schouwen en Duiveland zelf? Het laat zien dat Oostzee tot minstens het eind van de vijftiende eeuw vertrouwd terrein was voor de kooplieden van Zierikzee. Opvallend is hierbij dat op dat moment d positie van Zierikzee in de Scheldedelta was verslechterd doordat voor Zienkze belangrijke vaarroutes waren verzand. "ÏS'n'SliirnZJk kan zowel de invloed van Zierikzee op de siatus quo in het Oostzeegebied worden bedoeld als de bemoeienis van het stadsbestuur van Zierikzee orn zijn eigen kooplieden en goederen in het gebied te beschermem Beide gaven blijk van de Invloed van de stad in het Oostzeegebied en de aanwezigheid 8^n dinlomatieke connectie. Ook hier speelde behoefte aan bescherming van de kr^man e^i bdangrijke rol. Hi) tad zowel behoefte aan bescherming vta,r de groep waar hij bij hoorde, als voor zichzelf en voor zijn goederen. Dit ko od verschillende manieren worden bereikt. De Hanze liet zien dat die vanuit een groep kwam maar een koopman kon ook terugvallen op zijn eigen stadsbestuur fandsheer of'op privileges die hij elders had ontvangen. Het zijn vooral conflicten Sover we goed ingelicht worden, omdat dit de momenten waren waarop veel bronnenmateriaal werd geproduceerd, bijvoorbeeld in de vorm van corresponden 1361 en 1370 was er een serie conflicten tussen de Deense troon aan de ene kant en 22 de Hanzekooplieden aan de andere kant. De Deense koning wilde zijn invloed op de haringmarkt vergro ten maar overspeelde zijn hand. Albrecht van Zwe den, die heerste van 1363 tot 1389, zag in de ontstane chaos een kans. Hij begon Hanzesteden voorrechten te geven op de Schoonse haringmarkt. Iets voorbarig was dit wel, want de markt hoorde bij Denemarken en deze giften waren dus al leen iets waard als Albrecht ook daadwerkelijk het ge bied in handen kreeg. Een van de door de Zweedse koning begunstigde ste den was Zierikzee. In 1368 kreeg de stad een vitte toegewezen. Een vitte was een stuk land dat aan een stad werd toebedeeld. Dit gebeurde ook in juridi sche zin, wat inhield dat in de vitte de wetten van de stad golden. Handelaren konden op hun vitten zelf hun zaken regelen zonder bang te hoeven zijn voor bemoeienis van de Deense kroon. Later wordt Zierik zee onder de steden ge noemd die strandrechten krijgen toegewezen in De nemarken. Het strandrecht had betrekking op aangespoelde goederen. Mocht een schip vergaan en de lading ervan op het strand aanspoelen, dan vielen deze goederen normaal gesproken toe aan de landsheer. Met het strandrecht hoefde een koopman niet eerst naar de lands heer om zijn spullen terug te krijgen. Beide versterkten de positie van de Zierikzee- enaars in het gebied. Het kwam dus niet geheel uit de lucht vallen dat Zierikzee betrokken raakte bij de Deense oorlog. In eerste instantie was de Deense oorlog een conflict geweest tussen de Deense koning Waldamar IV en de Wendische steden onder leiding van Lübeck. De Wendi- sche steden waren, zoals hierboven al genoemd, de kern van de Hanze en voelden zich bedreigd door een machtige koning. Zij wisten in 1361 echter geen coalitie op gang te krijgen en zij moesten na een jaar al de vrede tekenen. Deze vrede ver- 23 Albrecht van Mecklenburg

Tijdschriftenbank Zeeland

Kroniek van het Land van de Zeemeermin | 2018 | | pagina 13